Révision du passé composé

1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vous (prendre) ........... un bain?
A
avez prendré
B
avons pris
C
avez pris
D
avons prendré

Slide 2 - Quiz

Elle (aller) au restaurant.
A
a allé
B
est allée
C
est allé
D
a allée

Slide 3 - Quiz

Il (avoir) un accident.
A
a eu
B
est eu
C
a avoiré
D
est avoiré

Slide 4 - Quiz

Ils (être) au cinéma.
A
sont été
B
ont été
C
a été
D
ont etré

Slide 5 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans: Wat is dat?

Slide 6 - Open question

Hoe zeg je in het Frans: Wat hebben jullie gedaan?

Slide 7 - Open question

Hoe zeg je in het Frans: Wij hebben geskied.

Slide 8 - Open question

Hoe zeg je in het Frans: Het was koud, het was min 5 graden.

Slide 9 - Open question

Le passé composé
1. Uit welke 2 delen bestaat een passé composé ?
2. Welke twee hulpwerkwoorden zijn er?
3. Hoe weet ik welk h.ww. ik moet kiezen?
4. Wat zijn de 3 uitzonderingen op deze regel?
5. Wat gebeurt er als mijn h.ww. 'zijn' is?
6. Hoe maak ik een volt. dlw. van een ww. op -er?
7. Hoe maak ik een volt. dlw. van een ww. op -ir?

Slide 10 - Slide

Attention! Goed onthouden!
Voltooid deelwoord van être = été
Voltooid deelwoord van avoir = eu
Voltooid deel woord van faire = fait
Voltooid deelwoord van prendre = pris

Slide 11 - Slide

Au travail!
1. D'abord, tu fais le document de la révision (Zs 15 minutes).
2. Ensuite, tu fais l'exercice 18 à la page 18/19.
3. Finalement, tu apprends pour l'interrogation écrite.

Slide 12 - Slide