Tekstdoelen en tekstsoorten

Tekstdoelen en tekstsoorten
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolBasisschoolvmbo tGroep 7,8Leerjaar 1,2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Tekstdoelen en tekstsoorten

Slide 1 - Slide

Informeren 
Overtuigen
Amuseren 
Activeren
De schrijver wil dat je iets te weten komt 
De schrijver wil dat jij na het lezen van de tekst dezelfde mening hebt als hij 
De schrijver wil je ontroeren of laten lachen
De schrijver wil dat je iets (niet) gaat doen

Slide 2 - Drag question

Slide 3 - Slide

Wat is het doel van deze tekst?
A
Amuseren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Slide

Welk doel hebben cabaretiers?
A
Amuseren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 6 - Quiz

Welk tekstdoel heeft een studieboek?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Activeren

Slide 7 - Quiz

Welk tektsdoel heeft de schrijver van een strip?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Activeren

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Welk doel heeft de schrijver hierbij?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Wat is het doel van een reclamefolder?
A
Amuseren
B
Informeren
C
Activeren
D
Overtuigen

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Signaalwoorden
Wat zijn signaalwoorden?

Slide 14 - Slide

Signaalwoord
In een verhaal gebruik je signaalwoorden. Het signaalwoord geeft aan welk verband gebruikt wordt.

Slide 15 - Slide

Signaalwoorden bij een opsomming:
  • en
  • ook
  • ten eerste, ten tweede, ..

Signaalwoorden bij een tegenstelling:
  • maar
  • toch 
  • hoewel


Signaalwoorden bij een volgorde:
  • toen
  • eerst
  • daarna
  • vroeger
  • later
Signaalwoorden bij een oorzaak/gevolg:
  • dus
  • kortom
  • daarom

Slide 16 - Slide