This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
H14 Zenuwstelsel
Slide 1 - Slide
Deze les
- Oefening: de weg van een impuls
- 14.2 afronden
- 14.3 Impulsgeleiding dl1
Slide 2 - Slide
De weg van een impuls - benoem de onderdelen van het zenuwstelsel die het impuls passeert
Slide 3 - Slide
Leerdoelen 14.2
3. Je beschrijft de bouw van het centrale en perifere zenuwstelsel.
4. Je beschrijft de bouw en functies van de grote hersenen.
5. Je licht toe hoe de kleine hersenen, de hersenstam en het ruggenmerg betrokken zijn bij de activiteiten van spieren en inwendige organen.
Slide 4 - Slide
Reflexboog
Slide 5 - Slide
https:
Slide 6 - Link
Opdracht Reflex
Beschrijf stap voor stap wat er gebeurt als je in een legoblokje stapt. Vermeld ook het type cellen dat betrokken is.
timer
3:00
Slide 7 - Slide
Leg uit wat de richting van de impuls is: 1 of 2.
Slide 8 - Open question
Waar in het lichaam bevindt zenuwcel b zich?
Slide 9 - Open question
Je schrikt van een onverwachte knal en draait je hoofd om. Het schema geeft deze handeling weer. Benoem a, b en c.
Slide 10 - Open question
Opdracht: Hersenbloeding
Een oom van Jennifer heeft een hersenbloeding gehad in de motorische schors van de linkerhersenhelft. Dit gebied activeert de beenspieren. De hersenbloeding heeft geleid tot een uitval van dit centrum.
Hij komt per ongeluk met z’n rechterbeen tegen een heet voorwerp.
Leg uit of hij:
- Dit voelt?
- Zijn been met een reflex kan wegtrekken?
- Zijn been via een bewuste beweging kan wegtrekken?
timer
3:00
Slide 11 - Slide
Leerdoelen 14.3
6. Je legt op molecuulniveau uit hoe een actiepotentiaal in een neuron ontstaat.
7. Je legt het alles-of-niets principe uit.
8. Je beschrijft hoe een impuls langs het celmembraan beweegt.
Slide 12 - Slide
Impulsen
Een impuls is een soort elektrische stroom door een zenuwcel.
Een impuls is een tijdelijke wijziging van het potentiaalverschil (ladingverschil) tussen de buitenkant en de binnenkant van de zenuwcel.
Hij begint ergens (dendriet of cellichaam) en verspreidt zich over het hele membraan van de zenuwcel richting de uiteinden van het axon.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Rustpotentiaal
Bij een zenuwcel in rust is het
verschil in lading tussen de
buitenkant van de cel en de
binnenkant -70mV.
De binnenkant van de cel is
negatief geladen ten opzichte
van de buitenkant.
Slide 15 - Slide
Rustpotentiaal - Na+-K+-pomp
BINAS 88E
Continu worden 3
Na+ naar buiten en
2 K+naar binnen
gepompt.
Kost energie.
Slide 16 - Slide
Na+ en K+ poorten
Het potentiaalverschil van -70 mV (rustpotentiaal) wijzigt bij een prikkel door het openen en sluiten van Na+ en K+ poorten.
Als de prikkel sterk genoeg is ontstaat een actiepotentiaal.
Slide 17 - Slide
Na+ poorten
Na+ poorten kunnen openen als gevolg van:
een chemische prikkel (neurotransmitter bij een zintuig/ in een synaps tussen twee zenuwcellen)
een elektrische prikkel (poorten ernaast gaat open)
een mechanische prikkel (tastzintuig)
Slide 18 - Slide
Actiepotentiaal (88F) BINAS!
Slide 19 - Slide
1 Rustfase
Slide 20 - Slide
2 Prikkel -> depolarisatie
Prikkel zwak:
kleine depolarisatie en herstel naar rustpotentiaal
Slide 21 - Slide
2 Drempelwaarde
Prikkel sterk genoeg:
Membraanpotentiaal naar -50mV:
actiepotentiaal
Slide 22 - Slide
3 Actiepotentiaal
Alle Na+ poorten gaan open, cascade
Slide 23 - Slide
4 Repolarisatie
Bij 30 mV sluiten de Na+ poorten en openen de K+ poorten
Slide 24 - Slide
5 Hyperpolarisatie
K+ poorten reageren iets te traag bij bereiken rustpotentiaal