Actief luisteren en vragen stellen

Actief luisteren en vragen stellen
Lesdoel: De belangrijkste gespreksvaardigheden (actief luisteren, doorvragen en samenvatten) kunnen toepassen in de praktijk)
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Actief luisteren en vragen stellen
Lesdoel: De belangrijkste gespreksvaardigheden (actief luisteren, doorvragen en samenvatten) kunnen toepassen in de praktijk)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vorige les
Wat hebben jullie geleerd?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?
  • Vragen stellen 
  • LSD
  •  (filmpjes)
  • Verkeerde luistergewoontes
  • Theorie actief luisteren
  • Groepsoefening actief luisteren dmv associatie oefening

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vragen stellen
     * Open vraag  ;( hoe, waarom, waarmee, wat, waar, wie)
*  gesloten vraag  ;(ja of nee)
Dubbele vraag;   (hoe zie jij dat dan, hoe bedoel je)
* Suggestieve vraag (gesloten vraag met jouw mening)
*Reflecterende vraag; ( heb ik je goed begrepen?)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

hoeveel open vragen heb je gehoord
A
5
B
2
C
3
D
geen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel gesloten vragen heb je gehoord
A
3
B
4
C
6
D
7

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht: Open of gesloten vraag?
  • 1. Hoe heet jij?  
  • 2. Wat was de allerleukste vakantie ooit? 
  • 3. Was alles aan die vakantie leuk? 
  • 4. Is er misschien toch iets gebeurt wat je toch niet zo leuk vond?  
  • 5. Heb je misschien ruzie gemaakt met je broertje of zusje? 
  • 6. Was het eten daar lekker?  
  • 7. Vond je al het eten lekker daar?  
  • 8. Heb je weleens in het zwembad geplast?
  • 9. Misschien wel een keer per ongelijk? 

00g

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Nakijken:
  • 1. Hoe heet jij?  OPEN VRAAG
  • 2. Wat was de allerleukste vakantie ooit? OPEN VRAAG
  • 3. Was alles aan die vakantie leuk? GESLOTEN VRAAG
  • 4. Is er misschien toch iets gebeurt wat je toch niet zo leuk vond? GESLOTEN 
  • 5. Heb je misschien ruzie gemaakt met je broertje of zusje? GESLOTEN
  • 6. Was het eten daar lekker?  GESLOTEN
  • 7. Vond je al het eten lekker daar?  GESLOTEN
  • 8. Heb je weleens in het zwembad geplast? GESLOTEN
  • 9. Misschien wel een keer per ongelijk? GESLOTEN

EXTRA: SUGGESTIEVE VRAAG MAKEN

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

 Gesprekstechnieken LSD
  1. Waarvoor staan de letters LSD?
  2. Wat is actief luisteren precies? Geef voorbeelden wat je dan allemaal doet.
  3.  Wanneer vraag je door?
  4.  Wat voor soort vragen stel je als je doorvraagt?
  5.  Waarom is het nuttig om regelmatig een samenvatting te geven?
  6.  Hoe begin je een samenvatting? Hoe eindig je een samenvatting?

Slide 10 - Slide

1. Luisteren doorvragen samenvatten
2. Je luistert niet alleen naar wat er wordt gezegd maar ook naar hoe iets wordt gezegd
3 Als er meer informatie nodig is om duidelijkheid te krijgen
4. Open vragen
5.  Om ordening in het gesprek aan te brengen en tevens rust. Je geeft de ander kans om even na te denken
6. Inhoudelijke samenvatting gaat alleen om de feiten, gevoelssamenvatting gaat over het gevoel van de ander. Begrijp ik goed dat...Je beschrijft in je eigen woorden wat de andere probeerde te vertellen. We noemen dit ook wel parafraseren

Luisterhouding
= je helemaal richten op de ander
Hoe?
- aankijken
- voorover leunen
- aanmoedigen om door te praten (hummen, knikken, herhalen)
- vragen stellen

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Filmpje: Hoe hoort het niet!

Kijkersvraag: 
Schrijf op wat deze interviewster allemaal verkeerd doet!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Wat deed de interviewster allemaal verkeerd?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

 LSD -> maak aantekeningen!
  • Met volle aandacht empathisch  LUISTEREN naar elkaar. (het kunnen verplaatsen in de gevoels van anderen)  
  • SAMENVATTEN: kort, bondig en in eigen wooren    (om te checken of je de ander hebt begrepen)
  • DOORVRAGEN: met voornamelijk open, relevante vragen om een volledig beeld te krijgen.
  • Zeg: als ik het goed begrijp......

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Cécil vraagt door
Cécil gaat in gesprek met de dochter van meneer Sanders over de zorg die momenteel aan meneer Sanders gegeven wordt.
Cécil: 'Wat vindt u van de zorg die we uw vader geven?' (open vraag).
Dochter: 'Daar ben ik wel tevreden over.'
Cécil: 'Kunt u dat verder toelichten? Waar bent u tevreden over?' (doorvragen met behulp van een open vraag).
Dochter: 'Nou, jullie helpen hem goed en hij krijgt ook leuke activiteiten aangeboden.'
Cécil. 'Welke activiteiten vindt uw vader echt leuk, denkt u?' (doorvragen door middel van een gerichte vraag)
Dochter: 'Alle muziekactiviteiten. Hij is gek op muziek.'
Cécil: 'Ja, dat heb ik ook gemerkt. En wat vindt u nog meer goed aan de zorg?' (Cécil neemt geen genoegen met het ene punt dat de dochter heeft opgenoemd en vraagt nog verder door met een open vraag.)
Dochter: 'Dat jullie erop letten dat hij goed eet.'
Cécil: 'Maakt u zich zorgen om het eten?' (doorvragen door middel van een gesloten vraag)
Dochter: 'Ja, heel erg.'
Cécil: 'Waar maakt u zich precies zorgen over?' (doorvragen door middel van een open vraag).
Enzovoort.












Slide 16 - Slide

This item has no instructions

OEFENING
ASSOCIEREN: het eerste wat in je opkomt. 
er is geen goed of fout
vermijd waarde oordelen in je associaties


Slide 17 - Slide

This item has no instructions

BLAUW DOET JE DENKEN AAN

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

ASSOCIATIE OPDRACHT
Pak pen en papier en je schrijft het eerste beste wat in je opkomt op.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Flevoland

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

HET EERSTE WAT BIJ ME OP KOMT :         

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Als ik aan school denk dan zie ik........

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

SCHOOL WEEGT.....................................
VOOR MIJ

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Tekst
SCHOOL HEEFT DE KLEUR VOOR MIJ
............................

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Tekst
IK DENK BIJ SCHOOL AAN HET GEZELSCHAPSSPEL
......................................................

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Actief luisteren
  • Je wilt de ander volledig begrijpen.
  • Hiervoor is het vaak nodig om open vragen te stellen.
  • Verplaats je zoveel mogelijk in de belevingswereld van de ander.
  • Empathie tonen: de ander voelt zich begrepen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?


  • Groepsoefening actief luiste
  • Stel elkaar hier vragen over, vraag veel door
  • geef een samenvatting van zowel de feitelijke en de emotionele aspecten
  • Nabespreken van de les

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Oefening 2
    1. A, gaat naar de gang en bedenkt iets waar hij/zij een waargebeurd verhaal, waar een emotie in zit. Bijv. over een litteken, hoe ben je eraan gekomen..
    2. Instructie B's: Als A zijn/haar verhaal doet dan luister je overdreven ACTIEF. (veel open vragen stellen, verplaatsen in de ander, toon veel empathie), na 30 seconden overdrijf je het en neem je de emotie over en praat je over jezelf/eigen ervaring.


    Slide 28 - Slide

    This item has no instructions

    Wat moet je niet doen?
    • Door de ander heen praten of aan/invullen
    • Ongevraagd advies geven
    • Ongevraagd mening geven
    • Ongevraagd met oplossingen komen
    • Ongevraagd over eigen ervaringen praten


    Slide 29 - Slide

    This item has no instructions

    Slide 30 - Video

    This item has no instructions

    Nabespreken van de les
    Wat heb je deze les geleerd?

    Slide 31 - Slide

    This item has no instructions

    Wat vonden jullie van de les?
    😒🙁😐🙂😃

    Slide 32 - Poll

    This item has no instructions