Welke conclusie past het best bij alinea 3?
A De hersenen groeien na de kleutertijd niet meer, maar ontwikkelen nog wel.
B De hersenwetenschap blijkt een onbekende, verrassende wetenschap te zijn.
C De omvang van de hersenen groeit tot je tweeëntwintigste levensjaar.
D De technieken in de hersenwetenschap zijn sinds 1990 hopeloos verouderd.