Bronvermelding (APA)

Documentatiemap en Bronvermelding
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Documentatiemap en Bronvermelding

Slide 1 - Slide

Doelen
  • Je weet hoe je jouw  documentatiemap samenstelt.
  •  Je weet wat APA bronvermelding is.
  • Je weet hoe je APA bronvermelding kunt gebruiken in je eindopdracht. 
  • Je begrijpt wat het nut is van bronvermelding in teksten.

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij een documentatiemap?

Slide 3 - Mind map

Documentatiemap
- artikelen /bronnen over een bepaald onderwerp.
- voor je eindopdracht tenminste 4 artikelen (meer mag)
- Arceer in de artikelen de informatie die je gebruikt.
- voeg ze toe aan je schrijfdossier

Slide 4 - Slide

Wat zijn goede bronnen?
- kranten
- onderzoeken
- boeken
Tegenwoordig is het meeste digitaal. Wikipidia is een handige bron , waar je goede bronnen kunt vinden.

Slide 5 - Slide

Waar denk je aan bij het
woord bronvermelding?

Slide 6 - Mind map

APA
  • Een format voor het schrijven van wetenschappelijke artikelen.
  • APA stelt normen voor bronverwijzing, voetnoten, een bibliografie en literatuurlijst.

Slide 7 - Slide

Waarom is bronvermelding belangrijk denk je?

Slide 8 - Open question

Het nut
  • wetenschappelijk wangedrag voorkomen
  • geen plagiaat plegen
  • aantonen dat je niet spreekt over jouw mening, maar over bewezen of besproken ideeën
  • mogelijkheden bieden tot verder onderzoek 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat zijn de regels?
  • Per medium (boek, tijdschrift, video) zijn er andere regels, maar de basis blijft redelijk gelijk:
  • Je verwijst in de tekst naar je bron én in je bibliografie.
  • We kijken hebben het voorbeeld van een boek gezien. Nu nog even naar de regels voor websites

Slide 15 - Slide

Verwijzen in de tekst

Je verwijst met APA in de tekst altijd naar je bron aan het eind van een zin of alinea. Je gebruikt hiervoor de namen en het publicatiejaar.
APA
In de tekst verwijs je naar een bron met de namen van de onderzoekers en het jaar van publicatie

Slide 16 - Slide

Een boek in de bibliografie
AuteurAchternaam, Eerste Initiaal. (Jaar). TitelBoek (Editie).  Uitgever.

Engelen, E. (2021) Nederlands is geweldig!  Amstelveen College Press.

Slide 17 - Slide

Zet de volledige verwijzing naar een boek op goede volgorde door het juiste component naar de juiste plek te slepen.
Croon
T.
(2021)
Titel boek
Uitgever

Slide 18 - Drag question

Wetenschappelijk tijdschrift
  • In wetenschappelijk onderzoek gebruik je vaak tijdschriften, zowel on- als offline.
  • Hiernaast een voorbeeld over Internationale Neerlandistiek

Slide 19 - Slide

Verwijzen naar een tijdschrift
Namen en jaartal
Naam van artikel
Naam van tijdschrift
Een tijdschrift wordt ook wel een journal genoemd.
Volume(, issue) en paginanummers
Met volumenummer wordt het nummer van de jaargang bedoeld. 

Meestal hebben tijdschriftartikelen daarnaast een nummer van de aflevering (issue) binnen het volume waarin ze verschenen zijn.

Slide 20 - Slide

Soms worden ze heel lang...
Scholten, I., Engelen, E., & Hendriks, P. (2015). Understanding Irony in Autism: the Role of Context and Prosody. In S. Ghosh, & J. Szymanik (Eds.), The Facts Matter: Essays on Logic and Cognition in Honour of Rineke Verbrugge (Vol. 25, pp. 121-132). 

Slide 21 - Slide

Verwijzen naar een website
  • Gebeurt nu natuurlijk steeds vaker, dus belangrijk om goed te doen! 
  • Houd rekening met de mogelijke valkuilen van internet..  

Slide 22 - Slide

Met welke dingen moet je rekening
houden als je websites gebruikt als
bron?

Slide 23 - Mind map

Verwijzen naar een website
Wynia, S. (2015, 27 juli). Hebben overmoedige CEO’s wel geleerd van de wilde jaren? Geraadpleegd van http://www.elsevier.nl/Economie/blogs/2015/7/Hebben-overmoedige-CEOs-wel-geleerd-van-de-wilde-jaren-2662582W/?masterpageid=158566

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Wat moet je hiermee?
  • Gebruik in jullie eindopdracht correcte bronvermelding
  • Bewaar de artikelen en informatie die je gebruikt, zodat je ernaar kunt verwijzen.
  • Ga verder zoeken naar de antwoorden op je deelvragen.

Slide 27 - Slide

De eindopdracht
Zie document schrijfvaardigheid Magister.me
Je schrijft een artikel van 750-1000 woorden. Je hebt de keuze uit een betoog, uiteenzetting of beschouwing. Je richt je artikel op jongeren van vijftien tot achttien jaar met een brede maatschappelijke interesse.
a.    Welk onderwerp kies je? Zie voor een lijst van onderwerpen: bijlage 3. Als je zelf een onderwerp wilt aandragen, doe je dit bij je docent. Hij/zij kan inschatten of jouw onderwerp de diepgang heeft voor de gekozen tekstsoort in havo 4.
b.    Maak een bouwplan: schrijf hierin duidelijk welke tekstsoort je kiest.
c.    Je documenteert je door minimaal vier inspirerende artikelen van een A4 of langer over jouw onderwerp te zoeken. Je gebruikt deze artikelen voor het schrijven van je tekst.
 

Slide 28 - Slide

e. Maak een documentatiemap volgens de methode uit het vorige hoofdstuk of volgens Nieuw Nederlands, p.315 e.v. Houd bij het opstellen van je documentatievragen rekening met de gekozen tekststructuur.
f.    Schrijf de tekst aan de hand van je bouwplan.

g.    Let op APA, dus verwijs naar de bronnen in de lopende tekst.

h.    Plaats je tekst + documentatiemap in je schrijfdossier.

TIP: Laat je tekst nog eens nakijken door een aantal klasgenoten m.b.v. feedbackformulieren uit bijlage 2. Beoordeel je tekst met behulp van het beoordelingsformulier, zie bijlage 3

Slide 29 - Slide