Wat? opdracht 34, 35, 36, 38, 39 (blz. 72 t/m 75
van opdracht 40 t/m 43 maak je 2 opdrachten, bij de andere twee zet je een ster. (blz. 76)
Waarom? Je moet weten hoe de schaal van een kaart werkt en hoe je ermee moet rekenen, dat krijg je in je hoofd door het vaker te doen.
Hulp? Vraag je klasgenoten wat de schaal precies betekent,
Steek je hand op om een vraag te stellen.
Klaar? Kijk de opdrachten na via magister
Lees de theorie op blz. 77 en maak opdracht 44 t/m 46