Oefentoets leenwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wat zijn leenwoorden?

Is computeren een Engels leenwoord?

1. juist
2. onjuist

Engelse woorden behouden hun Engelse schrijfwijze.

1. juist
2. onjuist

Welke woorden zijn juiste gespeld?
1. compact disc 2. standby
3. cruisecontrol 4. disk-jockey

1. allemaal juist
2. allemaal onjuist
3. 1 en 3
4. 2 en 4

Geef zelf nog drie andere Engels leenwoorden met de juiste schrijfwijze.

Als het rechterdeel van de samenstelling een Engels voorzetsel is, plaats je een koppelteken.

1. onjuist
2. juist

Een Frans woord dat gebruikelijk is geworden in het Nederlands, verliest altijd zijn accenttekens.

1. juist
2. onjuist

Welke woorden zijn juiste gespeld?
1. scène 2. logè
3. café 4. enquetê

1. 1 en 3
2. allemaal onjuist
3. alleen 4
4. allemaal juist

Hoe schrijf je het ww. deleten
in de hij-vorm, tt ?

1. deletet
2. delet
3. delette
4. dellet

Hoe schrijf je het ww. timen
in de hij-vorm, tt ?

1. timet
2. timt
3. time
4. timd

Vervoeg op de juiste manier in de verleden tijd:
Hij .............. (barbecueën)

1. barbecude
2. barbecuede
3. barbecuedde
4. barbecudde

Hoe schrijf je het ww. joggen
in de hij-vorm, vt ?

1. jogte
2. joggete
3. joggte
4. jogde

Hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vd: squashen ?

1. gesquast
2. gesquasht
3. gesquashd
4. gesquashed

Hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt ; paintballen ?

1. gepaintballd
2. paintbalde
3. gepaintballt
4. paintballde

Hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vd: squashen ?

1. gesquast
2. gesquasht
3. gesquashd
4. gesquashed

Vervoeg op de juiste manier in de persoonsvorm tegenwoordige tijd. Mijn vriendje (skaten)

1. skatet
2. skate
3. skated
4. skatte

Hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: lunchen ?

1. lunchte
2. lunchde
3. lunchtte
4. lunchdde

Vervoeg op de juiste manier in de persoonsvorm verleden tijd: Hij ... (racen)

1. racte
2. racette
3. racde
4. racete

Ik heb ........... naar het lokaal om op tijd te komen.

1. geraced
2. racetete
3. gerecet
4. geracet

Hebben jullie fijn .............

1. gehockeyt
2. gehockeyd
3. gehocked
4. gehocket

De zusjes ........... op het hoogste niveau.

1. voleyballden
2. volleyballden
3. voleybalden
4. volleybalden

Matanja .............. alleen in de zomer.

1. barbecuedt
2. barbecuedde
3. barbecuet
4. barbecueden

Mijn broer .............. alle films die ik had ............. (vt)

1. deletete gedownload
2. deletete gedownloadt
3. delete gedownload
4. delet gedownload

Deze man.............. en ............. graag met vrienden. (vt)

1. mailden chatte
2. mailden chatten
3. mailde chatte
4. maildde chatte

Heb jij dat woord wel eens wel eens .......... op de internet? (vt deelwoord)

1. gegoogeld
2. gegogeld
3. gegoogelt
4. gegogelt

Een etymoloog is?

1. afleider van mollen
2. afleider van woorden
3. afleider van blikseminslagen
4. afleider van diersoorten