Doelen en interventies

Methodisch werken
     1. Verzamelen van informatie 
     2. Formuleren van zorgproblemen (rekening houdend                 met behoeften & wensen)
     3. Bepalen van doelen
     4. Actie plannen
     5. Uitvoeren van de activiteiten + observeren
     6. Evalueren + rapporteren

1 / 22
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Methodisch werken
     1. Verzamelen van informatie 
     2. Formuleren van zorgproblemen (rekening houdend                 met behoeften & wensen)
     3. Bepalen van doelen
     4. Actie plannen
     5. Uitvoeren van de activiteiten + observeren
     6. Evalueren + rapporteren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Stap 3: Doelen bepalen
Een doel = datgene wat we  in de toekomst wil bereiken
Belangrijke zorgdoelen eerst!
Soort zorgdoel: korte en lange termijndoelen


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waarom is een doelstelling zo belangrijk

Slide 4 - Mind map

Zonder een doel te stellen kun je eigenlijk nergens aan beginnen; je weet immers niet wat je wilt bereiken of hoopt te bereiken, dus weet je ook niet wat je moet doen . 

Daarnaast is het belangrijk als je samenwerkt om dit doel aan elkaar kenbaar te maken en allemaal hetzelfde voor ogen te hebben.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Op 1 december 2023 weeg ik 60 kilo.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Ik wil dat mevr. Jansen tijdens het ontbijt voldoende eet.
A
Wel SMART geformuleerd
B
Niet SMART geformuleerd

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wie stelt de verpleegdoelen op?
A
de patiënt
B
de verpleegkundige
C
de patiënt met de verpleegkundige
D
de hoofdbehandelaar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

TIPS om doelen smart te formuleren 
Niet gebruiken:
  • meer
  • beter
  • veel
  • weinig
  • goed
  • voldoende
Wel gebruiken:
  • Ik kan...
  • Binnen nu en...
  • Over 2 maanden  

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Na doelen stellen komt ...?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Interventies

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions