Paragraaf 4 Aardappeltechnologie en 5 innovatie in een bedrijf

Programma
Herhaling paragraaf 2.3 
Uitleg en maken paragraaf 2.4 en 2.5
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Programma
Herhaling paragraaf 2.3 
Uitleg en maken paragraaf 2.4 en 2.5

Slide 1 - Slide

Stijging arbeidsproductiviteit
Nieuwe technieken
Scholing
Goede arbeidsvoorwaarden
Goede arbeidsomstandigheden
Specialisatie
Ervaring

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Ik kan uitleggen wat innovatie is
Ik kan de invloed van verschillende vormen van innovatie uitleggen

Slide 3 - Slide

Innovatie
Waar denk je dan aan?

Slide 4 - Slide

Innovatie

De ontwikkeling van een nieuw product of een nieuwe manier van produceren noemen wij innovatie.


Slide 5 - Slide

Innovatie
Je bedenkt iets nieuws
of
Je bedenkt iets wat een verbetering is op een bestaand product

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Innovatie zorgt voor:
Meer welzijn

Meer welvaart

Productiecapaciteit gaat omhoog

Slide 8 - Slide

Arbeid versus automatisering
         Arbeid        ->  Mechanisatie  ->   Automatisering






mechanisatie = spierkracht geholpen door machines
automatisering = spierkracht vervangen door machines

Slide 9 - Slide

Mechanisering

Werk wordt overgenomen door machines

De machines moeten nog wel bediend worden door mensen
Automatisering

Werk wordt overgenomen door computers/machines

Deze hoeven ook niet bediend te worden door mensen


Slide 10 - Slide

Productiecapaciteit
alles wat beschikbaar is in een onderneming (arbeid en kapitaal) om te produceren, bepalen de productiecapaciteit.

Wordt de productiecapaciteit niet benut, dan is er sprake van onderbezetting


Slide 11 - Slide

Productiecapaciteit
Productiecapaciteit


  • onderbezetting 
  • -> er wordt minder geproduceert, dan er maximaal geproduceert kan worden
  • overbezetting 
  • -> er is productiecapaciteit te kort om aan de vraag te kunnen voorzien

Slide 12 - Slide

Bezettingsgraad
Werklijke productie tov capaciteit.

Wat gebruik ik tov wat kan ik max gebruiken

Slide 13 - Slide

Formule

Slide 14 - Slide

Een fietsenfabriek heeft een productiecapaciteit van 50 fietsen per dag. Er worden 40 fietsen geproduceerd. Bereken de
1) onderbezetting in aantal stuks
2. De bezettingsgraad in %
Een fietsenfabriek heeft een productiecapaciteit van 120 fietsen per dag. Er worden 90 fietsen geproduceerd. 

1. De onderbezetting is ................ stuks
2. Bezettingsgraad is............%

Slide 15 - Slide

Huiswerk
Maken 
paragraaf 2.4  opdracht 6 t/m 11
paragraaf 2.5 opdracht 1 t/m 5
de rekentrainer 2.4 en 2.5

Slide 16 - Slide