This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Wat is kennis?
Les 7: bron van kennis: verstand
Periode 3
vwo-4
Slide 1 - Slide
Lesdoel en lesopbouw
Lesdoelen:
Kennen: de begrippen 'empirie' en 'ratio', het begrip 'paradox', het verschil tussen zekerheid en waarschijnlijkheid
Kunnen: meedoen met vragen
Lesopbouw:
Uitleg: bronnen van kennis
Uitleg: analytische waarheden, paradoxen
Video: Zeno's paradox + vraag
Oefeningen: logisch of waarschijnlijk?
Reflectie: wat weten we nu?
Slide 2 - Slide
Kennistheorie (of kennisleer)
Kennistheorie is de tak (of deelgebied) binnen filosofie die gaat over de grote vragen naar kennis of het weten. Het omvat bijvoorbeeld de volgende vragen:
"Wat weten we honderd procent zeker?", "Wanneer is iets 'waar', wat is waarheid?", "Wat is de ultieme bron van kennis?", "Wat maakt iemand een deskundige, een expert?"
De kennistheorie is vanaf de 16de eeuw opgekomen.
Slide 3 - Slide
Kennistheorie (of kennisleer)
Eén van de filosofische vragen waar kennistheorie ook over gaat, is de vraag naar wat de ultieme bron van kennis is.
Veel filosofen gingen van het verstand (ratio) of de zintuiglijke ervaring (empirie) uit.
In de moderne filosofie zullen we zien dat Rene Descartes uitgaat van het verstand (rationalisme) en David Hume van de zintuiglijke ervaring (empirisme) als ultieme kennisbron.
Slide 4 - Slide
Rationalisme
Rationalisme is de filosofische stroming die stelt dat het verstand de ultieme bron van (ware) kennis is.
Volgens rationalisten zijn er gevallen waarbij de inhoud van onze concepten de ervaring te boven gaat of niet nodig heeft. Ook geloven ze vaak in aangeboren ideeën.
Er zijn volgens rationalisten dus bepaalde noodzakelijke waarheden waarvoor zintuiglijke ervaring niet nodig is.
Slide 5 - Slide
Logische waarheid
Een voorbeeld van zo'n noodzakelijke waarheid is een logische of analytische waarheid.
Neem de volgende zin: "Alle vrijgezellen zijn ongetrouwd."
Deze bewering (of 'propositie' zoals ze het in de filosofie noemen) is noodzakelijk waar: het zit in het begrip 'vrijgezel' ingebakken dat hij ongetrouwd is. Anders is diegene geen vrijgezel meer!
Slide 6 - Slide
Paradox
De tegenhanger van de analytische waarheid is de paradox.
Een paradox is een schijnbare tegenstrijdigheid.
Deze tegenstrijdigheid lijkt in eerste instantie in te gaan tegen het gevoel van iemands logica, verwachting of intuïtie (en soms berust deze op een denkfout).
Paradoxen hebben te maken met tegenspraak, circulair redeneren of zelfverwijzing.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Leg in je eigen woorden uit waar deze paradox op neerkwam.
Slide 9 - Open question
Zeker vs. waarschijnlijk
In de kennis van de wereld om ons heen zou je een onderscheid kunnen maken tussen zekerheden en waarschijnlijkheden.
Zekerheden hebben met logica te maken: het moet wel zo zijn, anders belanden we in absurditeiten en tegenspraken.
Met waarschijnlijkheden zit het anders: het zit misschien zo, maar het kan ook anders zijn (contingentie).
Slide 10 - Slide
"De cirkel is rond."
A
zeker
B
waarschijnlijk
Slide 11 - Quiz
"Alle vrijgezellen zijn ongetrouwd."
A
zeker
B
waarschijnlijk
Slide 12 - Quiz
"Veel vrijgezellen zijn ongelukkig."
A
zeker
B
waarschijnlijk
Slide 13 - Quiz
"Morgen gaat het regenen of niet regenen."
A
zeker
B
waarschijnlijk
Slide 14 - Quiz
"Morgen gaan de lessen op school door."
A
zeker
B
waarschijnlijk
Slide 15 - Quiz
Zelfstandige opdracht
In ons begrip van de wereld om ons heen zou je een onderscheid kunnen maken tussen zekerheden (zekere kennis) en waarschijnlijkheden (onzekere kennis).
Opdracht: bedenk zelf drie voorbeelden van zekerheden (zekere kennis). Bedenk ook drie voorbeelden van waarschijnlijkheden (onzekere kennis). Schrijf ze op in een Word-document. Je hebt je antwoorden zometeen nodig.
timer
3:00
Slide 16 - Slide
Wat zijn jouw drie voorbeelden van zekerheden (zekere kennis)?
Slide 17 - Open question
Wat zijn jouw drie voorbeelden van waarschijnlijkheden (onzekere kennis)?
Slide 18 - Open question
Reflectie: wat weten we nu?
We weten nu dat..
rationalisten het verstand zien als ultieme bron van kennis (die ook noodzakelijke waarheden kan voortbrengen)
rationalisme tegenover empirisme staat: de stroming die stelt dat zintuiglijke ervaring de ultieme bron van kennis is.
er een verschil bestaat tussen zekerheden (logica) en waarschijnlijkheden.