Gegeven zijn de cirkels
c, d en
e.
De straal van c is 10, en de straal van d is 2,5.
c en d raken elkaar en raken allebei de y-as en
c raakt de x-as.
Het middelpunt van e ligt op de x-as en e
raakt cirkels c en d. Stel een formule op van
de formule voor e.