This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
BURGERSCHAP
Slide 1 - Slide
Wat is Burgerschap?
- Economie
- Politiek & Rechtstaat
- Vitaal burgerschap
- Sociaal maatschappelijk burgerschap
Slide 2 - Slide
Examen
1) Per blok heb je een examenopdracht te maken.
2) Deze 4 opdrachten vormen je examendossier
3) Het examendossier wordt door de docent nagekeken
4) Bij een voldoende heb je het vak Burgerschap behaald.
5) Niet behaald = Geen diploma
Slide 3 - Slide
Vandaag
- Wat is inflatie?
- Wat is Koopkracht?
- Wat is de Big Mac Index?
- Wat is een begroting?
Slide 4 - Slide
0-meting
Maak de 0-meting bij Hoofdstuk: De Nederlandse Economie
Slide 5 - Slide
Wat versta jij onder 'Economie?
Slide 6 - Mind map
Economie
De economie bestudeert de behoeften van de mens. En mensen voorzien in hun behoeften door goederen en diensten te kopen. De aanschaf van goederen en diensten voor eigen gebruik wordt consumeren genoemd. En om te kunnen consumeren zijn er bedrijven die goederen en diensten produceren.
Slide 7 - Slide
Ten opzichte van de rest van de wereld is de Nederlandse economie goed.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Waar merk je dit aan?
Slide 9 - Mind map
Goede infrastructuur
Goed onderwijs
Veel producten en diensten
Hoog BBP
Hoog opgeleide bevolking
Natuur is broos
Loopt achter op innovatie
Huizen worden steeds minder
Dagelijks leven wordt duurder
Slide 10 - Slide
Opdrachten
Maak opdracht 1,2,3a & 3b van hoofdstuk 'Geldstromen'.
Slide 11 - Slide
Economische kringloopmodel
Slide 12 - Slide
Begroting
Maak een begroting van je eigen situatie
Waarbij inkomsten en uitgaven gescheiden zijn van alle goederen en diensten die jij afneemt of produceert.
Slide 13 - Slide
Begroting
Geef nu bij alle in- & uitgaven aan bij welke pijlers ze horen van het kringloopmodel.
1) Goederen en diensten
2) Consumenten uitgaven
3) Loon, inkomsten, winst, dividend
4) Productie factoren
Slide 14 - Slide
Opdrachten
Maak opdracht 4a tot 7b
Slide 15 - Slide
Koopkracht
Hoeveel we van ons salaris kunnen kopen.
Slide 16 - Slide
Ons inkomen is gestegen maar onze koopkracht is gedaald.