Paragraaf 8.4 - Hoe is de welvaart verdeeld?

Paragraaf 8.4
Hoe is de welvaart verdeeld?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 8.4
Hoe is de welvaart verdeeld?

Slide 1 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 2 - Slide

Juist of onjuist?
In alle landen van Europa kun je
met de euro betalen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Juist of onjuist?
De landen waar je met de euro kunt betalen, vormen samen de eurozone.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Wat zijn vreemde valuta?
A
Buitenlands geld
B
Wisselkoers
C
Provisiekosten
D
Euro's

Slide 5 - Quiz

Als de waarde van een euro gisteren
1 dollar was is en nu 1,30 dollar, dan is de wisselkoers van de euro:
A
Gestegen
B
Gedaald

Slide 6 - Quiz

Als de wisselkoers van de euro stijgt:
A
verbetert onze concurrentiepositie
B
verslechtert onze concurrentiepositie
C
verandert onze concurrentiepositie niet

Slide 7 - Quiz

Wat is vrijhandel?
A
Iedereen is vrij om te doen en laten wat hij/zij wil
B
Een land heeft hoge in- en uitvoercijfers
C
een land heeft dan geen in-/uitvoer beperkingen
D
een land mag dan niet meer dan 5.500 auto's uit Azië invoeren

Slide 8 - Quiz

Wat hoort bij "vrijhandel":
A
importbelasting
B
invoerheffing
C
geen belemmeringen
D
importheffing

Slide 9 - Quiz

Je leert in deze paragraaf:
  • hoe je de welvaart van landen met elkaar kunt vergelijken
  • waarom je bij het vergelijken van welvaart niet alleen naar inkomen kijkt
  • wat oorzaken van armoede in ontwikkelingslanden zijn
  • hoe ontwikkelingslanden met hun problemen in een vicieuze cirkel zitten
  • het verschil tussen structurele hulp en noodhulp

Slide 10 - Slide

Welvaart vergelijken in Nederland en Nigeria.
Wat verwacht je?
Nederland
Nigeria

Slide 11 - Slide

Welvaart vergelijken

Slide 12 - Slide

Inkomen per hoofd van de bevolking


Het inkomen per hoofd van de bevolking (of inkomen per hoofd) is het gemiddelde inkomen per inwoner van een land.



Berekening
Inkomen per hoofd van de bevolking =
nationaal inkomen ÷ aantal inwoners

Slide 13 - Slide

Opgave 3 blz. 232

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Huiswerk
Paragraaf 8.4
Opgave 1 t/m 12
Blz. 232 t/m 235

Meer uitdaging?
Plusopdrachten 1 t/m 20
Blz. 240 & 241

Slide 20 - Slide