Les 16 - Oefentoets bespreken

Plattegrond




                                                                                  docent
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Plattegrond




                                                                                  docent

Slide 1 - Slide

Welkom bij Economie in B2
Periode 2 - Les 15
Bespreken oefentoets

Slide 2 - Slide

Wat doen we deze les?

  • Start + welkom


  • Oefentoets bespreken
  • Hoe leer je voor de toets? 


  • Quiztime

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Productiefactoren
  • Kapitaal
  • Arbeid
  • Natuur
  • Ondernemerschap
Kapitaal:
alle kapitaalgoederen waarin je geld investeert en die je langere tijd bij de productie gebruikt, zoals machines, gebouwen en voertuigen.
Arbeid:
de lichamelijke en geestelijke inspanningen die de mensen bij de productie leveren
Natuur:
Alles wat de natuur levert. Bijvoorbeeld de grond zelf, grondstoffen, aardolie en aardgas
Ondernemerschap:
de activiteiten van de ondernemer, die het productieproces organiseert en leidt.

Slide 6 - Slide

Vergoeding voor de productiefactoren
Kapitaal
Arbeid
Natuur
Ondernemerschap
huur, rente
loon
pacht
winst

Slide 7 - Slide

Wat is het verschil?
Werkgever

Werknemer

Ondernemer

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

5 soorten werkloosheid

  • Conjuncturele werkloosheid                 tijdelijk
  • Structurele werkloosheid                       het werk komt niet terug
  • Seizoenswerkloosheid
  • Frictiewerkloosheid
  • Regionale werkloosheid

Slide 11 - Slide

Geregistreerde werklozen
  • Tussen de 15 en 67 jaar
  • Als je geen werk hebt, maar wel wilt en kunt werken
  • Ingeschreven bij het UWV
  • Direct beschikbaar 

    Niet geregistreerd? > verborgen werkloosheid

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Winst bereken

Slide 14 - Slide

Wie weet het nog?
Een pizzeria verkoopt per maand 1.500 pizza's voor gemiddeld
€ 11,50 per stuk. Het kost gemiddeld € 6,25 om een pizza te maken. De bedrijfskosten zijn € 4.175 per maand

Bereken de nettowinst per week en rond het bedrag correct af.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide


Kinderbijslag is primair inkomen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz


Loon is inkomen uit bezit.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Pepijn heeft recht op huurtoeslag.
Hij krijgt ........
A
inkomen uit arbeid
B
een overdrachtsinkomen
C
inkomen uit bezit

Slide 19 - Quiz

Dennis heeft geld op de bank staan. Hij krijgt ieder jaar rente.
Hij krijgt ........
A
inkomen uit arbeid
B
een overdrachtsinkomen
C
inkomen uit bezit

Slide 20 - Quiz

Een auto van de zaak is een
voorbeeld van inkomen in natura.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Productiefactoren en de beloning
Om te produceren heb je productiefactoren nodig.
Iedere productiefactor heeft zijn eigen beloning.
Combineer de productiefactoren met de beloningen.


Arbeid
Kapitaal
Natuur
Ondernemerschap
Loon
Huur
Pacht
Winst
Rente

Slide 22 - Drag question

Welke productiefactor?
120 stoelen en 25 tafels
A
Kapitaal
B
Arbeid
C
Natuur
D
Ondernemerschap

Slide 23 - Quiz


Afspraken over je werktijden zijn is een ...... arbeidsvoorwaarde.
A
primaire
B
secundaire

Slide 24 - Quiz

Tanja is 35 en werkt niet.
Ze heeft afgesproken met haar partner dat ze thuis voor de kinderen zorgt.
A
Tanja is werkloos.
B
Tanja is niet werkloos.

Slide 25 - Quiz

De winkel waar Bianca werkt sluit.
Bianca wordt werkloos.
Dit is een voorbeeld van ........
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Regionale werkloosheid
D
Tijdelijke werkloosheid

Slide 26 - Quiz


Iedereen heeft recht op een werkloosheidsuitkering.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide