Deeltaak 3 Week 5 Les 1 goede versie
Deeltaak 3 Week 5 les 1
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2
This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Deeltaak 3 Week 5 les 1
Slide 1 - Slide
Was machen wir heute?
- Lesen üben
- Toetsen en laatste weken bespreken
- Fragen!?
Slide 2 - Slide
Vorab Fragen?
Slide 3 - Slide
Leesvaardigheid
Slide 4 - Slide
Ferien auf dem Bauernhof
Vakantie op de boerderij
Slide 5 - Slide
Wat weet je al van het thema
''Ferien auf dem Bauernhof?''
''Ferien auf dem Bauernhof?''
Slide 6 - Mind map
Ferien auf dem Bauernhof
Ferien auf dem Bauernhof, das gibt es mindestens schon seit zwanzig Jahren. Vor allem bei Familien mit kleineren Kindern und bei älteren Leuten sind sie sehr beliebt, weniger dagegen bei Jugendlichen. Im letzten Jahr verbrachten mehr als 600.000 Deutsche ihre Ferien auf dem Bauernhof; fast die Hälfte davon waren Kinder. Und die meisten von ihnen waren sehr zufrieden, wie Reporter einer großen Tageszeitung herausfanden.
Vor allem gefielen diesen Feriengästen die freundliche Atmosphäre, die Ruhe, die Schönheit der Landschaft und nicht zuletzt das gute Essen. Natürlich spielt auch der Preis eine Rolle. Eine Familie mit zwei Kindern gibt im Durchschnitt für einen vierzehntägigen Aufenthalt auf einem Bauernhof etwa 800 Euro aus. Das ist, verglichen mit anderen Urlaubsangeboten, nicht teuer.
Vraag 1
Frage 1) De meeste vakantiegangers ….
A kwamen 20 jaar geleden voor het eerst op een boerderij.
B brengen de vakantie altijd door op een boerderij.
C waren met de boerderij-vakantie tevreden.
Vraag 2
Frage 2) Wat wordt over de vakantiegangers gezegd?
A De meeste gasten waren oudere mensen.
B Jongeren komen erg graag.
C Bijna de helft van de gasten waren kinderen.
Vraag 3
Frage 3) Wat wordt over de prijs gezegd?
A andere vakantiemogelijkheden zijn goedkoper.
B Vakantie op de boerderij is niet duur.
C Kinderen betalen maar de helft.
Worthilfe
der Bauernhof = de boerderij
wirtschaftlich = economisch
die Ferien = de vakantie
der Aufenthalt = het verblijf
der Landwirt = de boer
die Lage = de situatie
Slide 7 - Slide
Ferien auf dem Bauernhof
Ferien auf dem Bauernhof, das gibt es mindestens schon seit zwanzig Jahren. Vor allem bei Familien mit kleineren Kindern und bei älteren Leuten sind sie sehr beliebt, weniger dagegen bei Jugendlichen. Im letzten Jahr verbrachten mehr als 600.000 Deutsche ihre Ferien auf dem Bauernhof; fast die Hälfte davon waren Kinder (vraag 2: C). Und die meisten von ihnen waren sehr zufrieden (vraag 1: C), wie Reporter einer großen Tageszeitung herausfanden.
Vor allem gefielen diesen Feriengästen die freundliche Atmosphäre, die Ruhe, die Schönheit der Landschaft und nicht zuletzt das gute Essen. Natürlich spielt auch der Preis eine Rolle. Eine Familie mit zwei Kindern gibt im Durchschnitt für einen vierzehntägigen Aufenthalt auf einem Bauernhof etwa 800 Euro aus. Das ist, verglichen mit anderen Urlaubsangeboten, nicht teuer (vraag 3: B).
Vraag 1
Frage 1) De meeste vakantiegangers ….
A kwamen 20 jaar geleden voor het eerst op een boerderij.
B brengen de vakantie altijd door op een boerderij.
C waren met de boerderij-vakantie tevreden.
Vraag 2
Frage 2) Wat wordt over de vakantiegangers gezegd?
A De meeste gasten waren oudere mensen.
B Jongeren komen erg graag.
C Bijna de helft van de gasten waren kinderen.
Vraag 3
Frage 3) Wat wordt over de prijs gezegd?
A andere vakantiemogelijkheden zijn goedkoper.
B Vakantie op de boerderij is niet duur.
C Kinderen betalen maar de helft.
Worthilfe
der Bauernhof = de boerderij
wirtschaftlich = economisch
die Ferien = de vakantie
der Aufenthalt = het verblijf
der Landwirt = de boer
die Lage = de situatie
Slide 8 - Slide
Ferien auf dem Bauernhof
Die meisten Gäste wünschen sich einen Bauernhof, der noch in Betrieb ist; und es ist besonders wichtig, dass Tiere da sind. Zu einem richtigen Bauernhof gehören eben Hühner und Gänse, Schweine und Pferde und außerdem natürlich Kühe, damit die Kinder lernen, wo die Milch herkommt. Fast alle Gäste kommen nämlich aus Großstädten. Und Hunde und Katzen dürfen als Spielgefährten für die Kinder ebenfalls nicht fehlen. Sehr oft sind es denn auch die Kinder, die den Vorschlag machen, die Ferien einmal auf einem Bauernhof zu verbringen.
Vraag 4
Frage 4) Waar komen de meeste vakantiegangers vandaan?
A Uit de grote stad
B Uit het buitenland
C Uit de naaste omgeving
Worthilfe
der Bauernhof = de boerderij
wirtschaftlich = economisch
die Ferien = de vakantie
der Aufenthalt = het verblijf
der Landwirt = de boer
die Lage = de situatie
Slide 9 - Slide
Ferien auf dem Bauernhof
Die meisten Gäste wünschen sich einen Bauernhof, der noch in Betrieb ist; und es ist besonders wichtig, dass Tiere da sind. Zu einem richtigen Bauernhof gehören eben Hühner und Gänse, Schweine und Pferde und außerdem natürlich Kühe, damit die Kinder lernen, wo die Milch herkommt. Fast alle Gäste kommen nämlich aus Großstädten (vraag 4: A). Und Hunde und Katzen dürfen als Spielgefährten für die Kinder ebenfalls nicht fehlen. Sehr oft sind es denn auch die Kinder, die den Vorschlag machen, die Ferien einmal auf einem Bauernhof zu verbringen.
Vraag 4
Frage 4) Waar komen de meeste vakantiegangers vandaan?
A Uit de grote stad
B Uit het buitenland
C Uit de naaste omgeving
Worthilfe
der Bauernhof = de boerderij
wirtschaftlich = economisch
die Ferien = de vakantie
der Aufenthalt = het verblijf
der Landwirt = de boer
die Lage = de situatie
Slide 10 - Slide
Ferien auf dem Bauernhof
Ungefähr 20.000 landwirtschaftliche Betriebe bieten in diesem Jahr in der Bundesrepublik Deutschland Betten für Feriengäste an. Die Zahl nimmt noch zu, denn die wirtschaftliche Lage auf dem Lande ist sehr schwierig geworden. Viele Landwirte hätten ohne das Geschäft mit dem Tourismus die Landwirtschaft längst aufgeben müssen. Einige Landwirte verdienen durch den Tourismus so gut, dass sie es nicht mehr nötig haben, ihre Felder zu bearbeiten. Sie sind dann auch gerne bereit, ihr Land zu verkaufen. Manchmal will man darauf Golfplätze, Häuser, Supermärkte oder sogar Fabriken bauen. Doch solche Pläne stoßen heute meistens auf den Widerstand der Naturschützer. Sie kämpfen dafür, dass es in Deutschland wieder mehr Gebiete gibt, wo Pflanzen und Tiere in natürlicher Umgebung ungestört wachsen und leben können.
Vraag 5
Frage 5) Was staat in de tekst?
A De vakantiegasten bezorgen de boer veel werk.
B Boeren verkopen hun land aan natuurbeschermers.
C De economische positie van de boeren is slecht.
Vraag 6
Frage 6) Wat staat in de tekst?
A De laatste tijd komen er minder mensen op de boerderij.
B Steeds meer mensen vieren vakantie op de boerderij.
C Het aantal vakantiegangers bleef constant.
Worthilfe
der Bauernhof = de boerderij
wirtschaftlich = economisch
die Ferien = de vakantie
der Aufenthalt = het verblijf
der Landwirt = de boer
die Lage = de situatie
Slide 11 - Slide
Ferien auf dem Bauernhof
Ungefähr 20.000 landwirtschaftliche Betriebe bieten in diesem Jahr in der Bundesrepublik Deutschland Betten für Feriengäste an. Die Zahl nimmt noch zu (vraag 6: B), denn die wirtschaftliche Lage auf dem Lande ist sehr schwierig geworden (vraag 5: C). Viele Landwirte hätten ohne das Geschäft mit dem Tourismus die Landwirtschaft längst aufgeben müssen. Einige Landwirte verdienen durch den Tourismus so gut, dass sie es nicht mehr nötig haben, ihre Felder zu bearbeiten. Sie sind dann auch gerne bereit, ihr Land zu verkaufen. Manchmal will man darauf Golfplätze, Häuser, Supermärkte oder sogar Fabriken bauen. Doch solche Pläne stoßen heute meistens auf den Widerstand der Naturschützer. Sie kämpfen dafür, dass es in Deutschland wieder mehr Gebiete gibt, wo Pflanzen und Tiere in natürlicher Umgebung ungestört wachsen und leben können.
Vraag 5
Frage 5) Was staat in de tekst?
A De vakantiegasten bezorgen de boer veel werk.
B Boeren verkopen hun land aan natuurbeschermers.
C De economische positie van de boeren is slecht.
Vraag 6
Frage 6) Wat staat in de tekst?
A De laatste tijd komen er minder mensen op de boerderij.
B Steeds meer mensen vieren vakantie op de boerderij.
C Het aantal vakantiegangers bleef constant.
Worthilfe
der Bauernhof = de boerderij
wirtschaftlich = economisch
die Ferien = de vakantie
der Aufenthalt = het verblijf
der Landwirt = de boer
die Lage = de situatie
Slide 12 - Slide
Wat heb je geleerd?
Slide 13 - Mind map
Toetsen
SO Kapitel 10 + grammatica Kapitel 9 (week 6 les 1, 25januari)
Leestoets ( week 6, les 3, 26 januari)
Mondeling ( maandag in de toetsweek, 1 februari)
Slide 14 - Slide
Laatse weken Duits
Deze week: volgende week:
herhaling grammatica 3e naamval maandag: SO K10 +gr K9
oefentoets lezen dinsdag: leestoets
herhaling woordjes K 10 woensdag: laatste les!
Slide 15 - Slide
Leestoets hoe:
- Je meldt je zoals altijd aan in TEAMS.
- Als docent zegt dat je kan beginnen ga je naar Its, Duits, Documenten, Inleverbakje LEESTOETS.
- Je opent de toets in een eigen word document.
- Je maakt de toets en zet de antwoorden in het document.
- Je slaat het document (tussentijds) op en levert het in (its, inleverbakje ;)
- Je doet dit binnen de lestijd. Eind van de les is de toets ingeleverd door iedereen!
- Als je start met de toets ga je uit de team les. Ben je klaar? Meldt je je aan en zeg je in de chat dat je klaar bent. Docent zegt dan dat je kan gaan. Dan ga je.
- Problemen? Ga naar TEAMS, je docent blijft in TEAMS en helpt je.
Slide 16 - Slide
Wil nog iemand de luistoets herkansen?
Slide 17 - Slide
Hausaufgaben
Baustein 10 und 12
Wörter Kapitel 10 lernen ( NL-D en D-NL)
Grammatik 3e naamval leren
Mondeling
oefenen leesvaardigheid
Slide 18 - Slide
Gibt es noch Fragen?
