Paragraaf 1 formuleren: dubbelop

Goedemiddag!

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Goedemiddag!

Slide 1 - Slide

  • Groepjes maken voor Globaland 
  • Wat gaan we doen periode 2?
  • Paragraaf 1: dubbelopfouten (theorie + voorbeelden + kort oefenen)
  • Nulmeting dubbelopfouten maken + nakijken
  • Reader uitdelen 
  • Aan de slag
Wat gaan we doen?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Ik herken onderstaande dubbelopfouten in een zin en kan deze formuleerfouten verbeteren:
- onjuiste herhaling
- tautologie
- pleonasme
- contaminatie
- dubbele ontkenning

Slide 3 - Slide

Formuleren - Dubbelop

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Soorten dubbelopfouten paragraaf 1

Slide 6 - Slide

1. Onjuiste herhaling
  • Een vast voorzetsel wordt ten onrechte twee keer gebruikt.

- Op die luie jongen zou dat meisje nooit verliefd op worden.

- Aan dat gepraat over voetbal elke avond heb ik
ook een hekel aan. 



Slide 7 - Slide

2. Tautologie
  •  Er wordt met verschillende woorden twee keer precies hetzelfde uitgedrukt. Deze woorden behoren wel tot dezelfde woordsoort.

- Zij wilden naar huis, maar het probleem was echter dat de trein niet reed.



Slide 8 - Slide

3. Pleonasme
  • Met een pleonasme zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden. Deze woorden behoren niet tot dezelfde woordsoort. 

- De gele zonnebloem.
- De mannelijke leraar.
- De witte sneeuw.

Slide 9 - Slide

4. Contaminatie
  •  Als je twee woorden of uitdrukkingen ten onrechte vermengt, spreek je van een contaminatie. 

- Deze computer kost duur (kost veel of is duur).
- Ik zal dat nachecken (nakijken of checken).
Hij kreeg ongenadeloos op zijn kop. (ongenadig of genadeloos)

Slide 10 - Slide

5. Dubbele ontkenning

  • Een ontkennend woord (soms: werkwoord) gecombineerd met een tweede ontkenning

- Wij hebben nooit geen problemen (nooit of geen).
- De schoolleiding wil voorkomen dat er geen introducees op het feest komen (voorkomen of geen). 
-Ik ben daar nooit niet geweest (nooit of niet).


Slide 11 - Slide

'Aan dat gepraat over voetbal op zaterdagavond heb ik een hekel aan.' Er is hier sprake van:
A
Onjuiste herhaling
B
Tautologie
C
Dubbele ontkenning
D
Contaminatie

Slide 12 - Quiz

'Het rode bloed drupte van de wond op haar knie.' Er is hier sprake van:
A
Dubbele ontkenning
B
Tautologie
C
Pleonasme
D
Onjuiste herhaling

Slide 13 - Quiz

'Wij hebben nooit geen problemen.' Er is hier sprake van:
A
Onjuiste herhaling
B
Tautologie
C
Contaminatie
D
Dubbele ontkenning

Slide 14 - Quiz

Aan de slag
Maak de nulmeting.
Klaar? Ga lezen uit je leesboek.
Heb je 13 vragen of minder goed? Maak dan opdracht 2 en 3 van de reader (blz. 131/132)
Heb je 13 vragen of meer goed?  Maak dan alleen opdracht 3 van de reader (blz. 131/132)
Huiswerk voor donderdag!

Slide 15 - Slide