Voorbereiding toetsweek

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Voorbereiding toetsweek

H4.3, 4.4, 4.5 (PPT), 5.2 + aantekeningen

Wat gaan we deze les doen?

• Bespreken huiswerk 5.2
• Herhalen van de stof
  
• Zelfstandig aan de slag
  
• Begrippenbingo
  

Wanneer begon de Nederlandse Opstand?

1. 1568
2. 1648
3. 1576
4. 1579

Wat is een centraal bestuur?

De beeldenstorm is een van de oorzaken waardoor de Nederlandse opstand uitbreekt

1. Waar
2. Niet waar

Wie zou er waarschijnlijk eens zijn geweest met de Nederlandse opstand?

1. Luther
2. Calvijn

Wanneer was het Twaalfjarige Bestand?

1. 1600-1612
2. 1609-1621
3. 1621-1634
4. 1633-1645

Wat hield het Plakkaat van Verlatinghe in?

1. Koning Filips II ging Nederland verlaten.
2. Koning Filips II werd door het noorden van Nederland afgezet als hun leider.
3. Koning Filips II ging Spanje verlaten.
4. Koning Filips II werd door het zuiden van Nederland afgezet als hun leider.

Wat is de Staten-Generaal?

1. De directeur van de VOC
2. De regering van de Republiek
3. Het hoofdkantoor van de VOC in Indonesië
4. De oprichter van de VOC

De Gouden Eeuw vond plaats in de...?

1. 16e eeuw
2. 17e eeuw
3. 18e eeuw
4. 19e eeuw

Waar haalde de Republiek voornamelijk graan vandaan?

1. Duitsland
2. Spanje
3. Zweden
4. Polen

Wat betekent het begrip stapelmarkt?

Welke (tijds)volgorde is juist?

1. VOC - WIC - Oostzeehandel
2. Oostzeehandel - VOC - WIC
3. Oostzeehandel - WIC - VOC
4. VOC - Oostzeehandel - WIC

De VOC had een aantal rechten. Wat zijn rechten van de VOC? (meerdere antwoorden mogelijk)

1. De VOC mocht oorlog voeren
2. De VOC mocht verdragen sluiten
3. De VOC mocht forten bouwen
4. De VOC mocht als enige handel drijven met Azië

De WIC was eigenlijk ook onderdeel van de Nederlandse Opstand.

1. Juist
2. Onjuist

Welke compagnie handelde in de slaven?

1. VOC
2. WIC
3. VOC en WIC

De VOC verhandelde vooral

1. Slaven
2. Aardappels
3. Specerijen
4. Maïs

Kies uit WIC of VOC.

Handelde in rietsuiker en tabak

1. WIC
2. VOC

Aan de slag!

• Samenvatting maken
  
• Opdrachten oefenen
  
• Test Jezelf maken (TvG)
  
• Oefentoets maken (Classroom)
  
• Video’s bekijken om te leren