Goederenrecht H2 Inleiding vermogensrecht cohort 2022

1 / 22
next
Slide 1: Slide
rechtsvakkenMBOStudiejaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Toetsterm 1.1 en 2.2
De kandidaat beschrijft het onderscheid tussen het goederenrecht en het
verbintenissenrecht.
De kandidaat stelt aan de hand van een voorbeeld vast of er sprake is van een absoluut of relatief recht.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is ook alweer VERMOGEN?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Vermogensrechten valt onder je vermogen. Dit is:
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat is GEEN kenmerk van een vermogensrecht?
A
Het is op geld waardeerbaar
B
Het is aan te raken
C
Het is overdraagbaar op anderen
D
Het is niet zichtbaar

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Herman is huurder van een auto voor 5 dagen.
Het gaat hier om het:
A
Absolute recht
B
Relatieve recht

Slide 13 - Quiz

Jacobien betaalt 500,- voor een vakantiehuisje voor 3 dagen. Het gaat hier om:
A
Absolute recht
B
Relatieve recht

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Opdracht in tweetallen (casus volgende dia)
a) Welke overeenkomsten heeft Bram?
b) Welke verbintenissen heeft Bram?
c) Waar in de casus is sprake van absoluut recht?

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Antwoorden:
a) arbeidsovereenkomst met werknemer, hypothecaire lening, overeenkomst tot aannemen van werk, huurovereenkomst loods, koopovereenkomst
b)betalingsplicht t.a.v. openstaande rekeningen en leningen, schadevergoedingsplicht t.a.v. de vaas
c) hypotheekrecht en eigendomsrecht

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide