§1.4 - Gedragsonderzoek

1.4 Gedragsonderzoek


Ik kan


  • uitleggen hoe gedrag is opgebouwd
  • zelf een simpel ethologisch onderzoek opzetten en uitvoeren
  • voorbeelden geven van onderzoek naar het gedrag van dieren
  • uitleggen wat antropomorf inhoudt

1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

1.4 Gedragsonderzoek


Ik kan


  • uitleggen hoe gedrag is opgebouwd
  • zelf een simpel ethologisch onderzoek opzetten en uitvoeren
  • voorbeelden geven van onderzoek naar het gedrag van dieren
  • uitleggen wat antropomorf inhoudt

Slide 1 - Slide

Waarom gedrag van dieren waarnemen en registreren?

Slide 2 - Slide

Ethologie
Ethologie = gedragsbiologie (onderzoek naar gedrag)

Ethologen zijn gedragsbiologen

Hele bekende ethologen:
- Nico Tinbergen
- Konrad Lorenz
- Frans de Waal

Slide 3 - Slide

Hoe zit gedrag in elkaar?
Gedragsketen = gedragselementen die in een vast patroon voorkomen. 

Gedrag heeft altijd een functie (paringsgedrag, voedselzoekgedrag, territoriumgedrag etc) = gedragssysteem

Gedrag bestaat uit meerdere gedragssystemen.
Een gedragssysteem bestaat uit meerdere gedragsketens.
Een gedragsketen bestaat uit meerdere gedragselementen

Slide 4 - Slide

Ethogram
Gedrag onderzoek je zo objectief mogelijk waarbij je je aan de feiten houdt. 
Geen subjectieve interpretatie (je mening), die kan onjuist zijn.

Stap 1 - Maak een ethogram

Bestudeer de diersoort en bekijk welke soorten gedrag hij/zij vertoont (= gedragselementen)
Maak een lijst van de gedragselementen + omschrijving + afkorting.

Slide 5 - Slide

Protocol
Stap 2 - Maak een protocol

Observeer het dier/ de dieren.
Je noteert wat het dier doet in een protocol (soort schema). Meerdere varianten mogelijk.

- op het moment zelf
- je filmt het dier en maakt het protocol later
- waarnemingen inspreken en later in protocol zetten

Slide 6 - Slide

Antropomorfisme
  • Het subjectief toekennen van menselijke eigenschappen aan dieren.
  • Niet objectief dus niet wetenschappelijk.
  • Dieren kunnen wel vergelijkbare emoties hebben als mensen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Antropomorf?
''Hij rent weg''

''Hij is zielig''

Slide 9 - Slide

Dieren met inzicht
Inzicht = leren om een oplossing te bedenken i.p.v. zomaar te probeer (trial and error).



Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

aan de slag
1. Maak een begrippenlijst van 1.4
2. Maken en nakijken opdrachten 1.4 - 3 t/m 10




Slide 12 - Slide

Huiswerkopdracht
- Observeer je eigen huisdier (of menselijke huisgenoot)
- Maak eerst een ethogram door 5 minuten op te schrijven welke verschillende gedragingen je ziet.
- Observeer vervolgens 5 minuten en noteer om de 5 seconden alle gedragingen in een protocol
- Maak opdracht 1 van practicum A op p. 38
- Lever digitaal in op Teams (opdrachten)



Slide 13 - Slide