3 HAVO Herhaling par. 4.2 Oorzaken van conflicten

Leerdoelen
Je weet welke oorzaken van conflicten er zijn.
Je begrijpt het verband tussen het uitbreken van conflicten, het tot stand brengen van vrede en de rol van de overheid daarin.
Je kunt in een conflict de verschillende partijen en hun standpunten onderscheiden en tegen elkaar afwegen.
§4.2 Oorzaken van conflicten
1 / 13
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leerdoelen
Je weet welke oorzaken van conflicten er zijn.
Je begrijpt het verband tussen het uitbreken van conflicten, het tot stand brengen van vrede en de rol van de overheid daarin.
Je kunt in een conflict de verschillende partijen en hun standpunten onderscheiden en tegen elkaar afwegen.
§4.2 Oorzaken van conflicten

Slide 1 - Slide

3 verschillende oorzaken voor conflicten

1) Economische oorzaken
2) Culturele en demografische oorzaken
3) Politieke oorzaken 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Culturele en demografische oorzaken
Het zijn vaak niet de culturele verschillen die voor een conflict zorgen, maar (het gevoel van) achterstelling en armoede.

Bijv. tussen islamitische soennieten en sjiieten

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Bij welke situatie hoort het conflict van Oekraïne?
A
Situatie 1
B
Situatie 2
C
Situatie 3

Slide 6 - Quiz

Demografische oorzaken

Jeugdbult: ''Een groot aandeel van 15-29 jarigen in de bevolking.''

Geschoolde, jonge bevolking zorgt voor extra onrust.

Slide 7 - Slide

Politieke oorzaken

Slide 8 - Slide

Waar denk je dat eerder een conflict voorkomt?
A
Dictatuur
B
Democratie
C
Gelijk

Slide 9 - Quiz

Autoritair regime / dictatuur
''De macht in een land ligt bij één persoon of een kleine groep''

Slide 10 - Slide

Maar niet altijd dictatuur
Soms juist verschillende groepen die de macht in een land willen.


Fragile state: ''Een fragiele, kwetsbare staat, waar de overheid vrijwel geen controle heeft.''

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Opgaven
Maak van paragraaf 4.2 af. Verkorte leerroute

Slide 13 - Slide