Blok 1 Landen rond de Middellandse Zee

Programma
HW bespreken blok 4
Intro thema 3 Toerisme
Voorkennis testen
Verlengde instructie/zelfstandig werken
Terugblik - lessonup

1 / 52
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Programma
HW bespreken blok 4
Intro thema 3 Toerisme
Voorkennis testen
Verlengde instructie/zelfstandig werken
Terugblik - lessonup

Slide 1 - Slide

Hw bespreken 
  • Werkboek open op bladzijde 49
  • We bespreken een opdracht via lessonup.
  • Je vult je antwoord in via lessonup die je ingevuld hebt in je werkboek
  • Vragen die jullie willen bespreken?

Slide 2 - Slide

Vraag2c. Oorzaken schade van het milieu:

Slide 3 - Open question

Vraag 12b. Welke woord staat in de grijze kolom?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

Intro thema 3 toerisme
Open je lesboek op bladzijde 50 en 51. 
We gaan samen de introductie lezen.

Slide 6 - Slide

Quizlet
https://quizlet.com/_8zhoy4?x=1qqt&i=2ph4kc

https://quizlet.com/join/TV4zb3Nkq

Slide 7 - Slide

Lesdoelen
  1. vertellen wat de kenmerken van het klimaat van het Middellandse Zeeklimaat zijn.
  2. vertellen hoe het landschap in het Middellandse Zeegebied eruitziet.
  3. uitleggen wat hoogteligging, klimaat en plantengroei met elkaar te maken hebben.

Slide 8 - Slide

De goede volgorde van de evenaar naar het noorden is:
A
Tropisch regenwoud, steppe, savanne , woestijn
B
Tropisch regenwoud, savanne, steppe, woestijn
C
Steppe, woestijn, savanne, tropisch regenwoud
D
Woestijn, tropisch regenwoud, steppe, savanne

Slide 9 - Quiz

Hoe heet het klimaat in Zuid Europa
A
Zeeklimaat
B
Middellandse Zeeklimaat
C
Hooggebergte klimaat
D
Landklimaat

Slide 10 - Quiz

Wat zijn kenmerken van het Middellandse Zeeklimaat?
A
Vooral neerslag in de winter, warme zomers en zachte winters
B
Vooral neerslag in de zomer, warme zomers en zachte winters
C
Weinig neerslag, warme zomers en koude winters
D
Veel neerslag, koude zomers en warme winters

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Aan de slag
  • Thema 3 toerisme. Lees de blauwe leerteksten blz. 8 t/m 11
  • Werkboek Maken: bladzijde 8 t/m 11. Omcirkel de volgende opdrachten in je werkboek die je gaat maken: 1, 2, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 (atlas vragen mag je maken (dit kan met behulp van het internet (topografie)
  • Klaar? Maak quizlet van thema 2 of een samenvatting/mindmap 
  • Blijf nog even in de lessonup voor de terugblik op de les.
timer
20:00

Slide 13 - Slide

Hoe noem je het verschil tussen hoog en laag in het landschap?
A
Hoogteverschillen
B
Natuurgebied
C
Bergengebied
D
Reliëf

Slide 14 - Quiz

In Zuid-Europa bestaat de zomer met name uit
A
Koude zomers en strenge winters
B
Koele zomers en zachte winters
C
Koele zomers en strenge winters
D
Warme zomers en zachte winters

Slide 15 - Quiz

In West-Europa bestaat de zomer met name uit
A
Koude zomers en strenge winters
B
Koele zomers en zachte winters
C
Koele zomers en strenge winters
D
Warme zomers en zachte winters

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Reliëf = hoogteverschil

In de bergen neemt de temperatuur per 1000 meter met 6 graden af. De hoogste berg in Europa (de Mont Blanc)  is 4809 meter hoog (bijna 5 km dus!) 


Boven 2100 meter groeien geen bomen meer. Men zegt dan:'de boomgrens is 2100 meter'.

 

Je kan uitleggen wat reliëf, klimaat en vegetatie met elkaar te maken hebben

Slide 18 - Slide

Vegetatie rondom de Middellandse Zee

Planten die hier groeien moeten tegen hete, droge zomers kunnen.. ze hebben dus dikke bladen nodig...

Maar er is  zelden vorst, dus ze zijn altijd groen! 

Slide 19 - Slide

...een weetje!

Dit is de Mount Everest, de hoogste berg ter wereld. Deze berg is 8850 meter hoog. Stel nu dat het op 1000 meter hoogte 10 graden is, hoe koud is het dan (ongeveer) op de top?



    
      
      
        
      
      
   

    15
   

   
     
       
          Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
       
     
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
     
 
   
   
   

   
   
   
     
       
         
       
     
   
 

   
   

   
   

   
   

   
  
 

 
 
 
   
   
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 

Per 1000 meter neemt de temperatuur met ca. 6 graden af.

Slide 20 - Slide

De oplossing

-1000 meter = 10 graden

-Per 1000 m. omhoog = -6 graden

=> Op de top (bijna 7 km hoger) is het 42 graden kouder =>

10 - 42=ca.  -32 graden


      
      
        
      
      
   

    15
   

   
     
       
          Dit wordt getoondin de klassikale leswanneer je op'geef les' klikt.
       
     
   

   
   
     
       
          Dit wordt getoondin de gedeelde les dieleerlingen zelfstandigkunnen doen.
       
     
   

   
     
       
          Differentiëer
       
     
     

       
         
            Differentiëer
         
         
         

         
            Instellingen
         
       
     
   


   
   
     
 
   
   
   

   
   
   
     
       
         
       
     
   
 

   
   

   
   

   
   

   
  
 

 
 
 
   
   
   
     
       
       
       
 
   
   
    Slide
 
 
       
       
     
   
 
   
   
   
   
   
   
 
 

Hoogte  ca. 8850 km

Slide 21 - Slide

Druk en rustig

  • De bevolking is onregelmatig verdeeld in het Middellandse Zeegebied.  Rustig in het binnenland en druk aan de kust.  Hoe kan je gebieden met elkaar vergelijken?
  • Bevolkingsaantal : oppervlakte => bevolkingsdichtheid  
  • Aantal inwoners: 170.491.
  • Oppervlakte: 129 km²
  • Bewerking: 170.491 delen door 129 = 1.321.
  • Bevolkingsdichtheid => 1.321 inwoners per km²

Slide 22 - Slide

Mensen wonen vooral aan de kust

  • De oude steden lagen meestal  aan de kust.
  • Waarom?

  • Het land aan de kust is vruchtbaar
  • Mensen leefden van de visserij
  • Mensen handelden via de zee
  • Tegenwoordig is er aan de kusten veel toerisme  
Je kan uitleggen waarom de bevolkingsdichtheid in het Middellandse Zeegebied aan de kust het hoogst is.

Slide 23 - Slide

Aan de slag
  • Leerboek: Lezen bladzijde 51 en 53
  • Werkboek Maken: bladzijde 8 t/m 11. Omcirkel de volgende opdrachten in je werkboek die je gaat maken: 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10. (atlas mag je pakken)
  • Kom aan de instructietafel zitten als ik je moet helpen bij het maken van het huiswerk. 
  • Werk je zelfstandig en je hebt een vraag, sla die dan even over of vraag degene naast je.
  • Klaar? Maak quizlet van thema 2 of een samenvatting/mindmap 

Slide 24 - Slide

Les 2

Slide 25 - Slide

Programma
Huiswerk bespreken
Voorkennis blok 1 les 2
Relatieve en absolute afstand
Verlengde instructie/zelfstandig werken
Terugblik - lessonup

Slide 26 - Slide

Hw bespreken 
  • Werkboek open op bladzijde 8 en 9
  • We bespreken een aantal opdrachten via lessonup.
  • Je vult je antwoord in via lessonup die je ingevuld hebt in je werkboek
  • Vragen die jullie willen bespreken?

Slide 27 - Slide

9b. Waarom gaan mensen aan zee wonen?

Slide 28 - Open question

De Romeinen noemden de Middellandse Zee het Mare Nostrum (Onze zee) Leg uit hoe ze aan die naam kwamen?

Slide 29 - Open question

7c. Het toerisme is nu een reden dat veel mensen om aan de kust te wonen. Leg dit uit

Slide 30 - Open question

Leerdoelen les 2
  • Je kan uitleggen wat reliëf, klimaat en vegetatie met elkaar te maken hebben
  • Je kan uitleggen waarom de bevolkingsdichtheid in het Middellandse Zeegebied aan de kust het hoogst is.
  • Je kan het verschil uitleggen tussen de relatieve en absolute afstand
 

Slide 31 - Slide

De afstand van mijn huis naar school is hemelsbreed 18 km Hiermee wordt de .............. bedoeld
A
absolute afstand
B
relatieve afstand

Slide 32 - Quiz

Welke afstand kan veranderen, absoluut of relatief?
A
Absoluut
B
Relatief

Slide 33 - Quiz

Welke afstand kan veranderen, absoluut of relatief?

Slide 34 - Open question

absolute afstand
  • De kortste afstand tussen twee plaatsen.
  • Deze afstand meet je door de lucht. Dit wordt ook wel hemelsbreed genoemd.

Slide 35 - Slide

relatieve afstand
  • De afstand tussen twee plaatsen, uitgedrukt in tijd of geld (bijvoorbeeld benzine of OV kosten)
  • Deze afstand wordt niet uitgedrukt in meters of kilometers
  • Deze afstand kan veranderen met bijv. nieuwe wegen of snellere treinen 

Slide 36 - Slide

Aan de slag
  • Thema 3 toerisme. Lees de blauwe leerteksten blz. 12 t/m 15
  • Werkboek Maken: bladzijde 12 t/m 15 Omcirkel de volgende opdrachten in je werkboek die je gaat maken: 14, 15, 16, 17, 21 en 22
  • Klaar?
  • Pak de leerdoelenlijst erbij van thema 2. Geef aan welk leerdoel je wel en niet kent.
  • Maak quizlet van thema 2 of een samenvatting/mindmap.

Slide 37 - Slide

Quizlet
https://quizlet.com/_8zhoy4?x=1qqt&i=2ph4kc

https://quizlet.com/join/TV4zb3Nkq

Slide 38 - Slide

Welke afstand kan veranderen, absoluut of relatief?
A
Absoluut
B
Relatief

Slide 39 - Quiz

De afstand van mijn huis naar het school is hemelsbreed 18 km Hiermee wordt de .............. bedoeld
A
absolute afstand
B
relatieve afstand

Slide 40 - Quiz

Stelling: Vegetatie zijn alle dieren in het gebied.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quiz

Bij een Middellandse Zeeklimaat zijn de zomers...
A
warm en nat
B
koud en droog
C
warm en droog
D
zacht en vochtig

Slide 42 - Quiz

Waarom willen mensen wonen aan de kust?

Slide 43 - Open question

West-Europa

Neerslag: Het hele jaar

Koele zomers

Zachte winter

(Zeeklimaat)


Zuid-Europa

Neerslag: Vooral in de winter

Warme, droge zomers

Zachte winter

Middellandse Zeeklimaat

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Video

Vegetatie 

Slide 46 - Slide

Reliëf

Slide 47 - Slide

Programma
  • Dagopening: Jeugdjournaal
  • Relatieve en absolute afstand
  • Aan de slag
  • Quizlet: lessonup

Slide 48 - Slide

De afstand van mijn huis naar school is hemelsbreed 18 km Hiermee wordt de .............. bedoeld
A
absolute afstand
B
relatieve afstand

Slide 49 - Quiz

Welke afstand kan veranderen, absoluut of relatief?
A
Absoluut
B
Relatief

Slide 50 - Quiz

Aan de slag
  • Thema 3 toerisme. Lees de blauwe leerteksten blz. 12 t/m 15
  • Werkboek Maken: bladzijde 12 t/m 15 Omcirkel de volgende opdrachten in je werkboek die je gaat maken: 14, 15, 16, 17, 21 en 22
  • Klaar? (Nakijken kan via de studiewijzer)
  • Pak de leerdoelenlijst erbij van thema 2. Geef aan welk leerdoel je wel en niet kent. Maak aan de hand van de leerdoelen een samenvatting of woordweb. Doe dit per blok.
  • Maak quizlet van thema 2 of een samenvatting/mindmap.

Slide 51 - Slide

Quizlet
https://quizlet.com/_8zhoy4?x=1qqt&i=2ph4kc

https://quizlet.com/join/TV4zb3Nkq

Slide 52 - Slide