This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
STRUX Boek 1 Hoofdstuk 1, 2 & 3
STRUX Boek 1 Herhaling Hoofdstuk 1, 2 & 3
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Herhaling van hoofdstuk 1 + 2 & 3
Praktijkopdracht hoofdstuk 3 (blz. 83 & 84)
Zelfstandig verder werken. Kijk in je studievoortgangsformulier!
Slide 2 - Slide
Wat zijn goederen?
Slide 3 - Mind map
Wat betekent het als je de vrachtwagen gaat lossen?
A
De goederen uit de vrachtwagen halen
B
De goederen terugsturen
C
De goederen in de vrachtwagen zetten
D
De vrachtwagen laten wegrijden
Slide 4 - Quiz
Interne transportmiddelen
Als de vrachtwagen er is dan heb je interne transportmiddelen nodig om de goederen te lossen. Deze zet je op tijd klaar.
Een rolcontainer is ook een intern transportmiddel.
Slide 5 - Slide
Interne transportmiddelen
Welke interne transportmiddelen je nodig hebt om de goederen te lossen hangt af van:
De afmetingen van de goederen
Het gewicht van de goederen
De manier waarop de goederen zijn verpakt
Slide 6 - Slide
Welk intern transportmiddel is dit?
A
Heftruck
B
Magazijnwagen
C
Rolcontainer
D
Palletwagen
Slide 7 - Quiz
Welke interne transportmiddelen kennen jullie nog meer?
Slide 8 - Open question
Hoe heet dit intern transportmiddel?
Hoe heet dit intern transportmiddel?
A
Heftruck
B
Colli
C
Rolcontainer
D
Palletwagen
Slide 9 - Quiz
Welk transportmiddel zou jij gebruiken voor deze goederen?
A
Een rolcontainer
B
Een palletwagen
C
Een magazijnwagen
D
Een steekwagen
Slide 10 - Quiz
Ontvangst voorbereiden
Voordat je goederen gaat ontvangen moet je een paar dingen weten:
- Wie komt er iets bezorgen?
- Hoe laat komt de vrachtwagen?
- Wat wordt er bezorgd?
- Hoeveel wordt er bezorgd?
- Waar moet je de goederen neerzetten?
Waarom moet je dit allemaal weten?
Slide 11 - Slide
Losplaats
Wat is een losplaats?
Waar zie jij de losplaats op de foto?
Slide 12 - Slide
Wat moet je doen met de losplaats voordat je goederen ontvangt?
A
Afzetten met lint
B
Verven
C
Vrij maken: afval en vuil opruimen, spullen aan de kant zetten etc
Slide 13 - Quiz
Wat is een magazijn?
Slide 14 - Open question
Wat moet je binnen in het magazijn doen voordat je goederen ontvangt?
A
Koffie drinken
B
De chauffeur bellen
C
Ruimte maken in het magazijn voor de goederen
Slide 15 - Quiz
De laadklep
Veel vrachtwagens hebben een laadklep. Daarmee worden de goederen in en uit de vrachtwagen geladen. Een laadklep staat nooit precies recht. Rolcontainers hebben een blokkering bij de stuurwielen. Zet ze op de blokkering als je de laadklep gebruikt.
Op de laadklep zit een borging. Deze zorgt ervoor dat containers en palletwagens niet van de laadklep af kunnen rijden.
Slide 16 - Slide
Wat betekent dit behandelingsetiket?
A
Het regent buiten
B
De goederen mogen NIET nat worden
C
Er zit een paraplu in
D
De goederen zijn nat
Slide 17 - Quiz
Behandelingsetiketten
Op de lading die de chauffeur komt lossen zit soms een behandelingsetiket. Een behandelingsetiket geeft aan hoe je met de goederen moet omgaan. Bekijk de etiketten altijd goed voordat je goederen gaat vervoeren en opslaan.
Slide 18 - Slide
De vrachtbrief
Bij elke levering van goederen zit een vrachtbrief. Deze krijg je van de chauffeur. Met de vrachtbrief kun je controleren welke goederen geleverd worden. Deze vrachtbrief moet je altijd goed controleren!
Slide 19 - Slide
De vrachtbrief
Op de vrachtbrief staat welke goederen zijn afgeleverd. Er staat alleen het aantal colli op. Bijvoorbeeld hoeveel pallets het zijn. Of hoeveel dozen of rolcontainers. Er staat dus NIET op hoeveel van alles er is geleverd.
Als je bijvoorbeeld melk binnen krijgt. Dan staat er op de vrachtbrief wel hoeveel doosjes met melk maar niet precies hoeveel pakken melk er IN de doosjes zitten.
Slide 20 - Slide
Ondertekenen
Als je de vrachtbrief goed hebt gecontroleerd dan vraagt de chauffeur om te ondertekenen. Je ondertekent alleen als je zeker weet dat:
Het juiste aantal colli is geleverd. Dus heb je gekregen wat er op de vrachtbrief staat.
De colli onbeschadigd zijn. Dus NIET kapot.
De goederen zijn namelijk geld waard en het bedrijf krijgt een rekening voor de bestelde goederen. Je wilt dan wel zeker weten dat je alles hebt.
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Afwijkingen
Soms is een zending niet compleet. Er staan bijvoorbeeld 20 pallets op de vrachtbrief, maar de chauffeur heeft er maar 18 bij zich. Je kunt de vrachtbrief dan niet ondertekenen. Je moet dan op de vrachtbrief het juiste aantal pallets zetten. Daarna kun je wel tekenen.
Als de goederen beschadigd zijn schrijf je dat ook op de vrachtbrief. Op die manier weet de afzender van de goederen wat er wel of niet geleverd is.
Slide 23 - Slide
Praktijkopdracht Hoofdstuk 3
In tweetallen gaan jullie een vrachtbrief controleren en ook de pakbonnen. Pak de opdracht in je boek erbij op bladzijde 83 & 84.