LES 4 HS 3

1 / 39
next
Slide 1: Slide
VerzorgingHoger onderwijs

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat voor een soort dienst is de apotheker?
A
Aanvullende dienst
B
Professionele basisdienst
C
Ondersteunende dienst
D
Diensten voor specifieke doelgroepen

Slide 4 - Quiz

Wat is een mantelzorger?

Slide 5 - Open question

Wat voor een soort dienst is de diëtist?
A
Aanvullende dienst
B
Professionele basisdienst
C
Ondersteunende dienst
D
Diensten voor specifieke doelgroepen

Slide 6 - Quiz

Wat voor een soort dienst is de huisarts?
A
Aanvullende dienst
B
Professionele basisdienst
C
Ondersteunende dienst
D
Diensten voor specifieke doelgroepen

Slide 7 - Quiz

Wat voor een soort dienst is palliatieve zorg?
A
Aanvullende dienst
B
Professionele basisdienst
C
Ondersteunende dienst
D
Diensten voor specifieke doelgroepen

Slide 8 - Quiz

Wat voor een soort dienst is het ziekenfonds?
A
Aanvullende dienst
B
Professionele basisdienst
C
Ondersteunende dienst
D
Diensten voor specifieke doelgroepen

Slide 9 - Quiz

Wat voor een soort dienst is een dagverzorgingscentra?
A
Aanvullende dienst
B
Professionele basisdienst
C
Ondersteunende dienst
D
Diensten voor specifieke doelgroepen

Slide 10 - Quiz

Wat voor soort dienst is de thuisverpleging?
A
Aanvullende dienst
B
Professionele basisdienst
C
Ondersteunende dienst
D
Diensten voor specifieke doelgroepen

Slide 11 - Quiz

Wat voor een soort dienst is de ergotherapeut?
A
Aanvullende dienst
B
Professionele basisdienst
C
Ondersteunende dienst
D
Diensten voor specifieke doelgroepen

Slide 12 - Quiz

Wat voor een soort dienst is een lokaal dienstencentra?
A
Aanvullende dienst
B
Professionele basisdienst
C
Ondersteunende dienst
D
Diensten voor specifieke doelgroepen

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Waaraan denk je bij het woord totaalzorg?

Slide 30 - Open question

Vul aan: Vaak komt de druk van de zorg terecht op één persoon zijn schouders, hoe noemen we deze persoon?
A
Verzorgende
B
Verpleegkundige
C
Mantelzorger

Slide 31 - Quiz

Waarom zijn goede afspraken belangrijk? (meest volledige antwoord)
A
Om te kunnen samenwerken
B
Om verwarring, misverstanden en conflicten te voorkomen
C
Om verwarring en conflicten te voorkomen
D
Dan zal het gemakkelijker lopen

Slide 32 - Quiz

Tussen wie worden de afspraken gemaakt met de thuiszorg?
A
De familie van de zorgvrager
B
De zorgvrager kiest alles zelf
C
Zorgkundige en zorgvrager
D
De ZV en mantelzorger rekening houdend met het financiële aspect

Slide 33 - Quiz

Waarvoor staan de letters ADL?
A
Activiteiten van het dagelijkse leven
B
Activiteiten die je dagelijks leert
C
Acties van het dagelijks leven

Slide 34 - Quiz

Welke afspraken maken we het best als onze zorgbehoevende zelfstandig woont?
A
Dat hij regelmatig bezoek krijgt
B
Dat er soms iemand blijft overnachten
C
Dat hij regelmatig bezoek krijgt en er ook soms iemand blijft inslapen

Slide 35 - Quiz

Inspraak van onze zorgbehoevende is belangrijk, waarom?
A
Zelfstandigheid
B
Respect
C
Zelfzorg

Slide 36 - Quiz

Hoe maak je afspraken?

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide