H7 Het vroegnieuwnederlands

Het vroegnieuwnederlands
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het vroegnieuwnederlands

Slide 1 - Slide

Welke uitvinding maakte het mogelijk dat de nieuwe ideeën goed verspreid konden worden?

Slide 2 - Mind map

de inquisitie is ...
A
een protestantse stroming
B
de kerkelijke rechtbank van de paus
C
de godsdienstige tegenhanger van het humanisme
D
een leger onder aanvoering van de paus

Slide 3 - Quiz

Wat wordt er nog meer uitgevonden/verbeterd tussen 1450-1650?

Slide 4 - Open question

De Statenvertaling 
1618-1619 De synode van Dordrecht 
1625           officiële opdracht tot vertalen door 
                      de Staten-Generaal
1637            eerste druk 

Slide 5 - Slide

de Statenvertaling is een vertaling uit de volgende taal(talen)
A
Latijn en Grieks
B
Grieks
C
Hebreeuws en Grieks
D
Latijn en Hebreeuws

Slide 6 - Quiz

De Statenvertaling
zes vertalers
vijftien overzieners (revisoren)
van 1626-1633/34
1637 eerste druk
(Hieronymus de Vulgaat)

De dichter-predikant Revius was een revisor. 

De tekst mocht geen verwarring zaaien. Met de reformatie was persoonlijke geloofsbeleving belangrijk

Slide 7 - Slide

opdracht



Ga verder met je vertaling van de Gijsbrecht!

Denk aan je beschouwing, vanavond op SOM in WORD-document

Slide 8 - Slide

Met welke maatschappelijke gevoeligheden wordt hier gespeeld?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Link

Historische context

Slide 11 - Slide

Historische context
De Nederlandse gewesten vielen onder het gezag van Keizer Karel V (1500-1558) 
en daarna onder zijn zoon Filips II (1527- 1598)
1566 beeldenstorm
1567 Alva naar de Nederlanden
1584 Wilhelm van Nassau vermoord
1581 De acte van Verlatinghe (onafhankelijksheidverklaring)
1585 Val van Antwerpen
1602 VOC
1609-1621 Twaalf jarig bestand
1621 WIC


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Voor Nederland is de val van een Vlaamse stad erg belangrijk geweest. Welke stad was dat?
A
Antwerpen
B
Brussel
C
Gent
D
Brugge

Slide 14 - Quiz

Maatschappelijke ontwikkelingen <> Literatuur
  • Permanente wederzijdse beïnvloeding
  • Literatuur = afspiegeling van de tijd waarin ze is ontstaan
  • Literatuur verandert maatschappij, daardoor verandert literatuur, etc. etc. etc. 

Slide 15 - Slide

Emblemata
Raadselachtige, vaak humoristische prentjes waarin een boodschap verborgen zit.
Veelal over liefde en/of het huwelijk

Slide 16 - Slide

Wat betekent humanisme NIET in de 17e eeuw
A
Humanisten geloven niet in god en zijn anti-godsdienst
B
Humanisten stellen de mens centraal
C
Humanisten beschouwen op basis van klassieke teksten opnieuw de wereld
D
Humanisten vinden dat ze door zelf denken de beste keus kunnen maken

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Belangrijke Nederlandse humanisten
Dirck Volkertszoon Coornhert (verdraagzaamheid op religieus gebied, ook buiten het geloof moet je deugdzaam zijn)
Spinoza (Bijbel is mensenwerk)
Hugo de Groot ( jurist, grondlegger van de mensenrechten)
Erasmus (vertaalde veel teksten om ze bereikbaar te maken voor een groter publiek)
De reformatie kwam voort uit het humanisme: Terug naar de bronnen

Slide 19 - Slide