2.3 Nieuws

VN
193
NAVO
32
Unaniem stemmen
Vetorecht
Mark Rutte
Veiligheidsraad
Blauwhelmen
Een aanval op 1 is een aanval op allen
1 / 21
next
Slide 1: Drag question
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

VN
193
NAVO
32
Unaniem stemmen
Vetorecht
Mark Rutte
Veiligheidsraad
Blauwhelmen
Een aanval op 1 is een aanval op allen

Slide 1 - Drag question

2. Media
Begint in je lesboek op bladzijde 19

Slide 2 - Slide

Te behandelen
2.3 Nieuws
2.4 Invloed van de media 

Slide 3 - Slide

2.3 Nieuws
Lesboek bladzijdes 26 en 27 

Slide 4 - Slide

Leerdoelen 
  • Je kunt uitleggen wat persvrijheid is en wat de grenzen van vrijheid van meningsuiting zijn
  • • Je kunt uitleggen hoe journalisten beoordelen of een bericht nieuws is
  • • Je kunt uitleggen aan welke afspraken journalisten zich houden om het nieuws zo betrouwbaar mogelijk te maken  

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Beoordeling van nieuws --> wat is nieuws?



  1. Actuele gebeurtenis
  2. Bijzondere gebeurtenis
  3. Belangrijke of bekende personen
  4. Dichtbij of veraf?
  5. Interessant
  6. Belangrijk voor de samenleving? 

Slide 7 - Slide




1. Actuele gebeurtenis 


Een actuele gebeurtenis is een gebeurtenis dat kort geleden heeft plaatsgevonden. 




Slide 8 - Slide





2. Bijzondere gebeurtenis 


Als iets niet vaak voortkomt of het is uitzonderlijk dan wordt dat een bijzondere gebeurtenis genoemd. 

Slide 9 - Slide





3. Belangrijke of bekende personen 



Als een bekend persoon of belangrijk persoon iets meemaakt dan wordt dat vaak in de media uitgezonden. 

Slide 10 - Slide





4. Dichtbij of veraf 


Journalisten kijken ook of het dichtbij of veraf is. Dus, vinden de mensen het hier interessant? 

Slide 11 - Slide





5. Interessant 



Er wordt ook gekeken of het voor een bepaalde (doel)groep interessant is. 

Slide 12 - Slide




6. Belangrijk voor de samenleving 


Als het gevolgen heeft voor de samenleving of het heeft te maken met de samenleving schrijven journalisten hierover. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Objectief of subjectief?
1. “Israël vermoordt zeven onschuldige Palestijnen.”
2. “Het Israëlische leger doodt zeven Palestijnse terroristen.”
3. “Het Israëlische leger doodt zeven Palestijnse burgers.”

Slide 20 - Slide

Nu doen 
  • Lezen paragraaf 2.3 Nieuws, lesboek bladzijdes 26 en 27 

  • Maken van paragraaf 2.3 in je digitale werkboek  vraag 1, 2, 3, 5, 6, 8, 10 en 11 

Slide 21 - Slide