Lezen 13-4

Lezen 13 april
- Herhalen § 1, 2, 6
- Nakijken opdr. 3 §6
- Uitleg en oefeningen §3
- Zelfstandig werk
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lezen 13 april
- Herhalen § 1, 2, 6
- Nakijken opdr. 3 §6
- Uitleg en oefeningen §3
- Zelfstandig werk

Slide 1 - Slide

Herhalen
Onderwerp
Hoofdgedachte
Tekstdoel
Inleiding
Slot
Publiek

Slide 2 - Slide

Het onderwerp van een tekst formuleer je als een mededelende zin.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Een tekst geschreven met welk doel bevat doorgaans GEEN mening/standpunt?
A
opiniëren
B
overtuigen
C
informeren

Slide 4 - Quiz

- De aandacht van het publiek trekken
- Het onderwerp introduceren
Dit zijn functies van:
A
Inleiding
B
Slot

Slide 5 - Quiz

Een cirkelslot is ...
A
een slot dat de tekst mooi afrondt.
B
een slot waarin een vicieuze cirkel wordt beschreven.
C
een slot dat inhoudelijk aansluit bij de inleiding.
D
een slot waar eigenlijk geen eind aan komt.

Slide 6 - Quiz

Opdracht 3
De tekst is bedoeld voor kinderen.
Je kunt het zien aan
- de bron: kidsweek.nl
- het taalgebruik:
     * zinslengte: de gemiddelde zinslengte is nog geen tien woorden
     * woordkeus/toon: ‘Je kop is eigenlijk net een plat dakje. En je hersens een
        hete zolder. Als de zon erop schijnt, kan de boel snel oververhit raken. Zet
        dus een petje op als je buiten speelt!’

Slide 7 - Slide

§3 - middenstuk
Uitwerking van deelonderwerpen:
  • behandeld in één of meer alinea's
  • aangekondigd door:
            - structurerende zin
            - of tussenkopje
  • vaak geformuleerd als vraag


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

§3 - middenstuk
Lees tekst 1

  • Uit welke alinea('s) bestaat de inleiding?
  • Uit welke alinea('s) bestaat het slot?


Slide 10 - Slide

Inleiding eindigt met vraag.
Slot bevat signaalwoord voor conclusie ('dus').

Slide 11 - Slide

§3 - middenstuk
De tekst bevat de volgende deelonderwerpen:
A - Meer fietskilometers
B - De elektrische fiets
C - Andere oorzaken
D - Maatregelen
In welke alinea's komen de deelonderwerpen aan bod? Zet het nummer van de alinea's achter de letter van het deelonderwerp.

Slide 12 - Slide

A - Meer fietskilometers

B - De elektrische fiets

C - Andere oorzaken

D - Maatregelen
Alinea 3
Alinea 4
Alinea 5
Alinea 6
Alinea 7
Alinea 8
Alinea 9
Alinea 10
Alinea 11
Alinea 12

Slide 13 - Drag question

§3 - middenstuk
Voor de opbouw van inleiding, middenstuk en slot bestaan
verschillende tekststructuren:
– argumentatiestructuur;
– aspectenstructuur;
– probleem-oplossingsstructuur;
– verklaringsstructuur;
– verleden-heden(-toekomst)structuur;
– voor- en nadelenstructuur;
– vraag-antwoordstructuur.

Slide 14 - Slide

§3 - middenstuk
Zorg dat je de verschillende tekststructuren kunt onderscheiden en dat je hun opbouw uit je hoofd kent.

Slide 15 - Slide

Zelfstandig werken
H1 basis §3:
  • Theorie doornemen
  • Maken opdracht 4, 5, 6

Dit is huiswerk voor dinsdag 20 april.

Slide 16 - Slide