This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
No place like home
Slide 1 - Slide
Aan het einde van deze les:
Weet je welke personen er zijn in het Engels.
Weet je hoe je de object pronouns moet gebruiken.
Heb je een paar woorden geleerd om een huis te beschrijven.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Open question
House
Slide 7 - Mind map
Slide 8 - Slide
Op het vorige plaatje zag je bij nummer 1:
A
downstairs
B
stairs
C
upstairs
D
floor
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Bij nummer 2 zag je:
A
downstairs
B
stairs
C
upstairs
D
couch
Slide 12 - Quiz
Bij nummer 3 zag je:
A
mirror
B
table
C
couch
D
stairs
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Bij nummer 4 zag je:
A
carpet
B
chair
C
couch
D
coffeetable
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Bij nummer 5 zag je:
A
table
B
chair
C
carpet
D
window
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Bij nummer 6 zag je:
A
table
B
chair
C
window
D
wardrobe
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Slide
Bij nummer 7 zag je:
A
window
B
wardrobe
C
couch
D
table
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Slide
Bij nummer 8 zag je
A
couch
B
carpet
C
window
D
wardrobe
Slide 23 - Quiz
Bij nummer 9 zag je:
A
wardrobe
B
carpet
C
couch
D
downstairs
Slide 24 - Quiz
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Bij nummer 10 zag je:
A
bathroom
B
couch
C
mirror
D
wardrobe
Slide 27 - Quiz
Getting Started
Turn to page 10.
Do exercises 1-4
Check answers
Slide 28 - Slide
DISCUSS TESTS
Put everything away
Check the answers you got wrong.
Do you understand why it is wrong?
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
THEME WORDS
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Homework for Friday
Study Theme Words pg. 48
Study Words A pg. 48
Do exercises 9-15 (t/m) on pages 14-17
(Bij opd 15 schrij alleen op wat je een leerling in de klas zou willen vragen om te doen (een taak wat ze in het lokaal kunnen doen. Het mag gek zijn maar net te gek :)