Herhaling hoofdstuk 3 en 4

Kostprijs
  1. Vaste kosten
  2. Variabele kosten
  3. Geproduceerde/verkochte aantal producten

Kostprijs = (vaste kosten + variabele kosten) ÷ aantal producten
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Kostprijs
  1. Vaste kosten
  2. Variabele kosten
  3. Geproduceerde/verkochte aantal producten

Kostprijs = (vaste kosten + variabele kosten) ÷ aantal producten

Slide 1 - Slide

Voor de productie van 2750 banken maakte meubelfabriek Balk vorig jaar € 959.750 vaste kosten en € 1.295.250 variabele kosten.
Bereken de kostprijs per bank

Slide 2 - Open question

Voor de productie van 2750 banken maakte meubelfabriek Balk vorig jaar € 959.750 vaste kosten en € 1.295.250 variabele kosten.
Een jaar later stijgt de productie naar 3100 banken en de variabele kosten naar € 1.460.000. Wat is de kostprijs per bank.

Slide 3 - Open question

Winst
Omzet (prijs x afzet)
Inkoopwaarde - 
Brutowinst
Bedrijfskosten- 
Nettowinst

* Alles moet exclusief btw, dus als het erin zit, eerst eruit halen.

Slide 4 - Slide

Bakkerswinkel Buijs heeft deze maand 3 228 broden verkocht voor een gemiddelde prijs van € 2,35 (inclusief 6% btw). De inkoopwaarde
ervan bedroeg € 1.280 (exclusief 6% btw). De bedrijfskosten waren € 3.980 (inclusief € 690 btw)
Bereken de nettowinst of het nettoverlies van deze maand.

Slide 5 - Open question

Afschrijving
Afschrijving per jaar = waardedaling per jaar
= (aanschafprijs - restwaarde) ÷ aantal gebruikmaken

Slide 6 - Slide

Kay koopt voor zijn taxibedrijf voor € 46.480 een nieuwe taxi die hij zes jaar wil gebruiken. Als hij hem daarna inruil, verwacht hij er nog € 13.000 voor te krijgen.
Bereken de afschrijving per jaar.

Slide 7 - Open question

Kay koopt voor zijn taxibedrijf voor € 46.480 een nieuwe taxi die hij zes jaar wil gebruiken. Als hij hem daarna inruil, verwacht hij er nog € 13.000 voor te krijgen.
Wat is de taxi nog waard na het tweede jaar.

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Shipyard koopt een speedboot in voor € 6.670. De boot wordt verkocht met een brutowinstmarge van 90%. De btw is € 21%
Bereken de consumentenprijs.

Slide 11 - Open question

Prijs exclusief btw
Consumentenprijs is inclusief btw
6%, 9% of 21%

Slide 12 - Slide

Ketchup prijs incl. Btw = €1,37
Btw = 6%
Bereken de prijs exclusief btw.

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Land- en tuinbouworganisatie LTO, heeft onderzocht hoeveel de vraag en hoe groot het aanbod is van verse asperges bij verschillende priJzen per kilo.
Maak aan de hand van deze gegevens eengrafiek waarin je de vraaglijn en de aanbodlijn tekent. Maak een foto en lever hier in. Tabel staat op blz. 99 opgave 24

Slide 15 - Open question

Proefwerk?
19 november? 1e uur

Slide 16 - Slide