Livestream toets leerdoel 1 en 2 H7

H9  Negatieve getallen
HV1
Welkom!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H9  Negatieve getallen
HV1
Welkom!

Slide 1 - Slide

Werkwijze
Je hebt je iPad en evt. telefoon nodig tijdens deze livestream.
Af en toe krijg je een opdracht die je moet invullen en/of uploaden.

Zorg dat aan het begin van de livestream je schrift en boek open voor je liggen.



HV1

Slide 2 - Slide

Lesindeling
Start:               absentie
                       Toets leerdoel 1 en 2  (14.10 uur)
Werken:            aan de slag met leerdoel 1 en 2 & 
                       mogelijkheid tot vragen
Afsluiting:          afsluitende check




HV1

Slide 3 - Slide

Absentiecontrole

Slide 4 - Slide

Uitleg werkwijze toets                                    (weging 1x)
  • Leg je wiskunde spullen en mobieltje uit het zicht (dit is alleen maar afleiding).
  • De toets bestaat uit 5 opgaven.
  • Je hebt 15 minuten de tijd om de toets te maken.
  • Maak een opgave in je schrift en upload steeds de foto met je uitwerking.
  • Let op! Je kunt niet terugbladeren! 
  • De toets start automatisch om 14.10 uur en sluit automatisch 15 minuten later.
  • Lukt het je niet om een foto te uploaden, stuur deze dan per foto gelijk via de chat van   teams privé naar mij. 

SUCCES!

Slide 5 - Slide

Toets

Slide 6 - Slide


Zijn er nog vragen over hoofdstuk 8?

Slide 7 - Open question

Negatieve Getallen

Slide 8 - Slide

Ik kan werken met negatieve getallen.

Slide 9 - Slide

Positieve en negatieve getallen
Getallen boven de 0 heten positieve getallen (+)

Getallen onder de 0 heten negatieve getallen (-)

Het getal 0 is niet positief en niet negatief, maar neutraal.

Slide 10 - Slide

Welke van onderstaande getallen zijn 
negatieve getallen en welke positieve getallen?
Positief getal
Negatief getal
12
-6
-4
--8
-4  - 9 =
-6 + 10 =

Slide 11 - Drag question

Groter dan  >       
Kleiner dan  <

7 > 6 Lees je als "7 is groter dan 6"
2 < 3 Lees je als "2 is kleiner dan 3"

> betekent dus "is groter dan"
< betekent dus "is kleiner dan"

Ezelsbruggetje: 
De opening van < en > staat altijd aan de kant van het grootste getal.

Slide 12 - Slide

-3
-7
-7
7
-10
-10
Positieve getallen
Negatieve getallen
>
=
<

Slide 13 - Drag question

Tegengestelde getallen
Tegengestelde getallen liggen op de getallenlijn even ver van 0.
Opgeteld zijn deze getallen altijd 0.

Bijvoorbeeld:
De getallen -4 en 4 zijn elkaars tegengestelden, want -4+4=0.







Slide 14 - Slide


Ik kan werken met negatieve getallen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Aan de slag
Moment voor vragen
Heb je nog vragen over je feedback?
Heb je nog vragen over een bepaalde opgave of uitleg?
Later toch vragen stel ze dan via de chat van teams.

Zelfstandig aan het werk.
Geen vragen, dan mag je nu verder gaan met de gedeelde lessen in LessonUp.
Zorg dat je je uitwerkingen duidelijk upload, zodat wij feedback kunnen geven op jouw werk.


Slide 16 - Slide

Maak nu eerst opgave 22.
Lever deze in bij leerdoel 3.

Opgave 22d mag ook op de manier zoals hiervoor uitgelegd is.


Klaar? 
Ga lekker aan de slag met de weektaak.
Voor vragen ben ik nog aanwezig in deze livestream.





Slide 17 - Slide

Klassikale afsluiting

Slide 18 - Slide

Welk getal ligt in het midden van -4 en 2?

Slide 19 - Open question

Je hebt geleerd dat .. 

.. woorden vervangen kunnen worden door letters.
.. het keer-teken weggelaten kan worden
.. een getal voor de letter moet komen te staan
  • als er een 1 staat voor de letter, we de 1 weglaten
bedrag = 7 + aantal x 1

b= 7 + a x 1

b = 7 + a1

b = 7 + 1a

b = 7 + a

Slide 20 - Slide

Je hebt geleerd dat .. 

.. woorden vervangen kunnen worden door letters.
.. het keer-teken weggelaten kan worden.
.. een getal voor de letter moet komen te staan
  • als er een 1 staat voor de letter, we de 1 weglaten
bedrag = 7 + aantal x 1

b= 7 + a x 1

b = 7 + a1

b = 7 + 1a

b = 7 + a

Slide 21 - Slide

Je hebt geleerd dat .. 

.. woorden vervangen kunnen worden door letters.
.. het keer-teken weggelaten kan worden.
.. een getal altijd voor de letter moet komen te staan.
  • als er een 1 staat voor de letter, we de 1 weglaten
bedrag = 7 + aantal x 1

b= 7 + a x 1

b = 7 + a1

b = 7 + 1a

b = 7 + a

Slide 22 - Slide

Je hebt geleerd dat .. 

.. woorden vervangen kunnen worden door letters.
.. het keer-teken weggelaten kan worden.
.. een getal altijd voor de letter moet komen te staan.
.. als er een 1 staat voor de letter, we de 1 weglaten.
bedrag = 7 + aantal x 1

b= 7 + a x 1

b = 7 + a1

b = 7 + 1a

b = 7 + a

Slide 23 - Slide