This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Tijdvak 3: Monniken & Ridders
Week 2 - les 2
(T/H/V)
Slide 1 - Slide
Programma
1. Leerdoelen week 2 (5 min)
2. Herhaling: Test jezelf! (10 min)
3. Het leenstelsel (10 min)
4. Tijd voor Geschiedenis (20 min)
T: 3.2.2
H/V: 6.2.2
6. Test jezelf! Leerdoelen week 2 (5 min)
Slide 2 - Slide
Leerdoelen week 2 - les 1 (t/H/V)
3. Je kunt beschrijven wat de gevolgen van de val van het West-Romeinse Rijk zijn.
4. Je kunt beschrijven wat het leenstelsel is en wat leenmannen zijn.
ALEEN HAVO/VWO!
6. (havo/vwo) Je kunt uitleggen waarom Karel de Grote tot keizer gekroond werd.
7. (havo/vwo) Je kunt bewijzen dat Karel de Grote aandacht had voor het christendom, onderwijs en kunst
Slide 3 - Slide
Wat betekend het woord standensamenleving?
A
Een samenleving waarin de bevolking in lagen is verdeeld
B
Een samenleving van alleen maar mensen van adel (van stand)
C
Een maatschappie bekijken vanuit een bepaalde positie
Slide 4 - Quiz
Welke tijden horen bij tijdvak 3? (leerdoel 1)
A
het jaar 0 tot 1000
B
het jaar 500 na Chr. tot na Chr. 1000
C
het jaar 500 v.Chr. tot 1000 na Chr.
D
het jaar 500 v.chr. tot 500 na Chr.
Slide 5 - Quiz
1
2
3
1
2
3
Adel
Boeren
Geestelijkheid
Slide 6 - Drag question
Juist of onjuist: De adel hield zich vooral bezig met oorlog voeren en besturen van gebieden (leerdoel 2)
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Einde van het West-Romeinse Rijk
A
313
B
391
C
476
D
33
Slide 8 - Quiz
Juist of onjuist: De geestelijkheid hield zich bezig met het regelen van kerkdiensten en het verspreiden van het Christendom. (leerdoel 2)
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Wat was geen gevolg van het instorten van het West-Romeise Rijk?
A
De Romeinse wegen werden niet meer onderhouden, zodat het lastig werd om te reizen.
B
Er bleven weinig mensen over die konden lezen en schrijven.
C
Geld was er niet meer en daarom ontstond er ruilhandel.
D
Veel mensen trokken naar Rome om daar te gaan wonen omdat het daar nog veilig was.
Slide 10 - Quiz
3. Gevolgen uiteenvallen west-Romeinse rijk
476 na Christus viel west-Romeinse rijk uiteen.
3 gevolgen:
De Romeinse wegen werden niet meer onderhouden, zodat het lastig werd om te reizen.
Er bleven weinig mensen over die konden lezen en schrijven.
Geld was er eigenlijk niet meer en daarom ontstond er ruilhandel.
Slide 11 - Slide
Karel de Grote & het leenstelsel: 4,6 & 7
Karel de grote: Door veroveringen de machtigste west-Europese koning. Werd daarom tot keizer gekroond de door de paus (doel 6-havo/vwo)
Leenstelsel: Karels rijk was zo groot dat hij het niet in zijn eentje kon besturen. Hij (leenheer) leende daarom land uit aan vertrouwelingen (leenmannen) die het in zijn plaats besturen. Dit het het leenstelsel.
Slide 12 - Slide
Karel de Grote & het leenstelsel: 4,6 & 7
Karel de grote: Door veroveringen de machtigste west-Europese koning. Werd daarom tot keizer gekroond de door de paus (doel 6-havo/vwo)
Leenstelsel: Karels rijk was zo groot dat hij het niet in zijn eentje kon besturen. Hij (leenheer) leende daarom land uit aan vertrouwelingen (leenmannen) die het in zijn plaats besturen. Dit het het leenstelsel.
Slide 13 - Slide
Karel de Grote & het leenstelsel: 4,6 & 7
Karel de grote: Door veroveringen de machtigste west-Europese koning. Werd daarom tot keizer gekroond de door de paus (doel 6-havo/vwo)
Leenstelsel: Karels rijk was zo groot dat hij het niet in zijn eentje kon besturen. Hij (leenheer) leende daarom land uit aan vertrouwelingen (leenmannen) die het in zijn plaats besturen. Dit het het leenstelsel.
Slide 14 - Slide
Karel de Grote & het leenstelsel: 4,6 & 7
Karel de grote: Door veroveringen de machtigste west-Europese koning. Werd daarom tot keizer gekroond de door de paus (doel 6-havo/vwo)
Leenstelsel: Karels rijk was zo groot dat hij het niet in zijn eentje kon besturen. Hij (leenheer) leende daarom land uit aan vertrouwelingen (leenmannen) die het in zijn plaats besturen. Dit het het leenstelsel.
Slide 15 - Slide
Karel de Grote & het leenstelsel: 4,6 & 7
Karel de grote: Door veroveringen de machtigste west-Europese koning. Werd daarom tot keizer gekroond de door de paus (doel 6-havo/vwo)
Leenstelsel: Karels rijk was zo groot dat hij het niet in zijn eentje kon besturen. Hij (leenheer) leende daarom land uit aan vertrouwelingen (leenmannen) die het in zijn plaats besturen. Dit het het leenstelsel.
Slide 16 - Slide
Aan de slag!
Meer weten over Karel de Grote? Zie week 2 - les 1 in de studiewijzer.
HAVO/VWO Geef zelf antwoord op leerdoel 7!
Slide 17 - Slide
Leerdoelen week 2 - les 1 (t/H/V)
3. Je kunt beschrijven wat de gevolgen van de val van het West-Romeinse Rijk zijn.
4. Je kunt beschrijven wat het leenstelsel is en wat leenmannen zijn.
ALEEN HAVO/VWO!
6. (havo/vwo) Je kunt uitleggen waarom Karel de Grote tot keizer gekroond werd.
7. (havo/vwo) Je kunt bewijzen dat Karel de Grote aandacht had voor het christendom, onderwijs en kunst