Les 2 H2. Havo/vwo

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Na 3 minuten...

• Chromebook dicht,  snelhechter op tafel 

• In je 1-blik agenda opschrijven:

Vrijdag 23 november: 

Learnbeat maken: 

2.3 Opdr. 1 t/m 9.

Basisboek gekaft?

Basisboek

De paragrafen zijn paragrafen die horen bij het hoofdstuk dat je aan het leren bent.

 In B-nummers worden vaardigheden uitgelegd die je voor aardrijkskunde nodig hebt. Deze B-nummers kun je in verschillende hoofdstukken en paragrafen nodig hebben en komen daarom in verschillende hoofdstukken terug. Je kunt ze tegen blijven komen tot in de derde leerjaar.

Vandaag

• Herhalen H2: §1. Tropisch regenwoud
• Uitleg H2: §2. Mali
• Verwerken stof
• Bespreken toets H1.

Waar hebben we het de vorige les over gehad?

Kenmerken van het regenwoud

1. Ze liggen tussen (23,5 NB & 23,5 ZB)

2. Ze bestaan uit heterogeen bos

3. Er zijn meerdere ‘etages’ van boomkruinen.

4. Bos is het hele jaar groen

In het tropisch regenwoud valt de hele jaar door neerslag. 

Welke vorm van neerslag valt daar?

En waarom juist daar?

Pak je Chromebook. Ga via cloudwise naar de applicatie ''LessonUp''

Vul de code die op het bord staat in

Waarom is het op de evenaar zo warm?

Welk soort landschap vind je alleen rond de evenaar?

1. Woestijn
2. Tropisch regenwoud
3. Savanne
4. Bergketens

Het klimaat in de Amazone is ...

1. warm en droog
2. warm en vochtig
3. koel en nat
4. hetzelfde als in NL

De Tropen liggen op lage / hoge breedte

Hoe worden de verschillende lagen planten en bomen van het Tropisch Regenwoud genoemd?

1. Verdiepingen
2. Lagen
3. Etages
4. Strepen

Sleep het begrip naar de juiste uitleg!

Ontbossing

Natuurlijke hulpbronnen

Duurzaam

Herbebossing

Het kappen van bossen

Producten uit de natuur die mensen goed kunnen gebruiken.

Ervoor zorgen dat iets altijd blijft bestaan.

Het opnieuw aanplanten van jonge bomen na een houtkap.

Welke uitspraak is juist?

1. A In de tropen staat de zon midden op de dag heel laag.
2. B Schuine zonnestralen geven meer warmte dan rechte zonnestralen.
3. C De breedteligging is van grote invloed op de temperatuur.
4. D De poolstreken liggen op lage breedte, omdat de zon schuin invalt.

Iemand doet twee uitspraken:

I Neerslag wordt in een klimaatgrafiek weergegeven door een staafdiagram.

II In Mali is het in het hele land het hele jaar droog.

1. Welke uitspraak is goed? a I en II zijn beide goed.
2. b I en II zijn beide fout.
3. c I is goed en II is fout.
4. d I is fout en II is goed.

Stof verwerken

Wat? Learnbeat: 

Indien nog niet gedaan: zelf nakijken opdracht 2.1 & 2.2.

Maken herhaling 2.2  Opdr 1 t/m3

Hoe?  Zs

Hoelang? 10min. 

Hulp? steek je vinger op 

Klaar? Maken 2.2 Zelftoets 1 t/m 5 

Chromebook dicht

§2: Mali. 

Droge gebieden

Mali: een arm en droog land

• Ligging in west Afrika
• Ongeveer 33 keer zo groot als Nederland
• Regentijd in Juni tot September
• Steppes, Woestijn en Oasen

weinig regen

grootste deel --> steppes

midden "steppe"

noordelijk "woestijn"

woestijn: 0 - 250 mm

steppe: 250-500 mm

savanne

De Sahel: een kwetsbaar gebied

• Zuiden van Mali is savanne
• Noorden van mali is woestijn
• Hiertussen ligt de Sahel, de steppe
• Neerslag is onbetrouwbaar waardoor er kans is op verwoestijning

Nomaden --> extensieve veeteelt

Overleven in droge gebieden

• Nomaden leven in droge gebieden
• Weinig vee per hectare, Extensieve veeteelt
• In de oasen wel akkerbouw door irrigatie

Waarom is het zo droog in Mali?

• Waar liggen de tropen (§ 1) in dit plaatje?
• Waar ligt Mali (§ 2) in dit plaatje?

Aantekening

 A Beschrijven: Wat zijn droge gebieden?Gebieden met minder dan 500 mm neerslag per jaar.

  Twee soorten:

  1 steppes

  2 woestijnen

 B Beschrijven: Waar liggen droge gebieden?

  Ten noorden en ten zuiden van de tropen (ongeveer tussen 20° en
40° N.Ben Z.B.).

 C Verklaren:Waarom liggen ze daar?

  De opgestegen lucht bij de tropen daalt daar.

Oefenen

Wat? Learnbeat: 

H2. herhaling 2.3 opdracht 1 t/m 9.

Hoe? Tweetallen, fluisterend

Hoelang? 15 min.

Hulp? steek je vinger op 

Klaar? 

Toets bespreken.

Eerst luisteren jullie.

Daarna luister ik naar jullie.

Vragen pas na de uitleg dus.

Huiswerk dinsdag 23/11: 

Learnbeat: 

2.3 Opdr. 1 t/m 9.