Burgerlijk recht

Burgerlijk recht
1 / 20
next
Slide 1: Slide
rechtMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Burgerlijk recht

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Verdiepen in het burgerlijk recht
  • Kennismaken met de verschillende onderdelen van het burgerlijk recht
  • Begrippen absoluut en relatief recht toepassen
  • Opdrachten maken uit 24Boost=> eventueel mee verder in de volgende les

Slide 2 - Slide

Burgerlijk recht regelt de relatie tussen:
A
Overheid en burger
B
Burgers onderling en burgers en bedrijven
C
Burger en OM
D
Bedrijven

Slide 3 - Quiz

Onder het burgerlijk recht vallen:
A
Ondernemingsrecht, strafrecht, staatsrecht
B
Ondernemingsrecht, vermogensrecht, strafrecht
C
Ondernemingsrecht, vermogensrecht, personen-en familierecht
D
Ondernemingsrecht, personen-en familierecht, belastingrecht

Slide 4 - Quiz

Isaac doet aangifte van de geboorte van zijn zoon. Hier is sprake van:
A
Ondernemingsrecht
B
Erfrecht
C
Personen- en familierecht
D
Vermogensrecht

Slide 5 - Quiz

Wat regelt het vermogensrecht?

Slide 6 - Open question

In welk wetboek vind je het ondernemingsrecht voornamelijk?
A
Boek 1, BW
B
Boek 2, BW
C
Boek 3, BW
D
Boek 4, BW

Slide 7 - Quiz

Burgerlijk recht

=> regelt de juridische relatie tussen personen

1) Natuurlijke personen= mensen van vlees en bloed

2) Rechtspersonen= bedrijven die een eigen juridisch leven leiden in het recht (art. 2:3 BW)

Slide 8 - Slide

Voorbeelden burgelijk recht
  • Koop overeenkomsten
  • Burenrecht
  • Eigendomsverkrijging
  • Huurovereenkomst
  • Arbeidsovereenkomst
  • Onrechtmatige daad
  • etc

Slide 9 - Slide

Onderverdeling burgerlijk recht
  1. Personen- en familierecht- Boek 1 BW
  2. Ondernemingsrecht- Boek 2 BW
  3. Vermogensrecht: a) goederenrecht- Boek 3 en Boek 5 BW

b) verbintenissenrecht- Boek 6 BW

4. Arbeidsrecht- Boek 7 BW, titel 10

5. Burgerlijk procesrecht- Rv



Slide 10 - Slide

Van welk onderdeel van het burgerlijk recht is op de afbeelding sprake van?

Slide 11 - Open question

Vermogensrecht

Vermogen= geheel van iemands bezittingen en schulden

Vermogensrecht= rechten waaruit iemand vermogen is opgebouwd.

Slide 12 - Slide

Jacob heeft drie paar schoenen, een nieuwe fiets, € 1000 op de bank en een schuld van € 2000. Wat is zijn vermogen?

Slide 13 - Open question

Kenmerken vermogensrecht
  • Op geld waardeerbaar- in geld uit te drukken
  • Overdraagbaar aan een ander

Wel: eigendomsrecht

Niet: relatie met je familie

Soorten: Absoluut en relatief


Slide 14 - Slide

Absoluut

Absolute=

beschrijven de zeggenschap die je hebt op een goed (bv: eigendomsrecht, hypotheek etc)

=> GOEDERENRECHT


Slide 15 - Slide

Relatief

Relatieve=

beschrijven de juridische relatie tussen personen; recht op een prestatie (bv: koopovereenkomst, arbeidsovereenkomst etc)

=> VERBINTENISSENRECHT

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Michael huurt de boot van Klaas. Hij betaalt hier € 300 voor. Van welk recht is hier sprake?
A
Een absoluut recht: persoon-goed
B
Een relatief recht: persoon-goed
C
Een absoluut recht: persoon-persoon
D
Een relatief recht: persoon-persoon

Slide 18 - Quiz

Michael koopt de boot van Klaas over voor € 3.000. Op maandag 12 nov krijgt hij de sleutel en is eigenaar geworden van de boot. Van welk recht is hier sprake?
A
Een absoluut recht: persoon-goed
B
Een relatief recht: persoon-goed
C
Een absoluut recht: persoon-persoon
D
Een relatief recht: persoon-persoon

Slide 19 - Quiz

Let's get to work

Maken:

Hoofdstuk 7 24Boost

Vraag 1 en vraag 4 t/m 9

Slide 20 - Slide