Excel

1 / 25
next
Slide 1: Slide
Dienstverlening & ProductenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vakantiefolder
Sommigen hebben gemaild maar deze week graag inleveren in Magister-ELO-Opdrachten-2.1 Vakantiefolder
Volgende week 17-10 ontvang je een cijfer.

Slide 2 - Slide

Excel
Excel

Slide 3 - Slide

Wat is volgens jullie Excel?

Slide 4 - Mind map

Excel is een rekenprogramma
Het rekent zelf allerlei formules uit

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

                   Belangrijke eigenschappen
..

  • Cel
  • Rij
  • Kolom

Slide 7 - Slide

         Celeigenschappen
.




Slide 8 - Slide

                Optellen en aftrekken
.


Verschillende manieren om op te tellen 
  • Zelf alle bedragen intypen
       = 126 + 154 + 98 + 91 + 116 [ENTER]
  • De juiste cellen intypen
       = B4 + B5 + B6 + B7 + B8 [ENTER]

Slide 9 - Slide

                Delen door ( / )  & keer ( * )
.


Je wilt uitrekenen hoeveel 37 keer 9 is.
Vermenigvuldigen in Excel doe je zo:
Ga op de cel staan (hier D4)
waar het antwoord moet
komen en gebruik
deze formule:
= B4 * C4  

Slide 10 - Slide

Formules



Begin van ELKE formule met: 

Optellen:                                         Aftrekken: 
Vermenigvuldigen: *                   Delen door: 

Slide 11 - Slide

                Optellen en aftrekken
.


Verschillende manieren om op te tellen
  • De juiste cellen aanklikken
       = (juiste cel aanklikken + enz...)
  • Kan dus met elke cel die je wilt

Slide 12 - Slide

Quiz

Slide 13 - Slide

Welke cel is geselecteerd?
A
H1
B
G1
C
H2
D
G2

Slide 14 - Quiz

Is hier een rij of een kolom geselecteerd?
A
Rij
B
Kolom

Slide 15 - Quiz

Is hier een rij of een kolom geselecteerd?
A
Rij
B
Kolom

Slide 16 - Quiz

Welk teken moet je gebruiken als je wilt vermenigvuldigen (keer)?
A
*
B
/
C
-
D
+

Slide 17 - Quiz

Welk teken moet je gebruiken als je wilt aftrekken (min)?
A
*
B
/
C
-
D
+

Slide 18 - Quiz

Welk teken moet je gebruiken als je wilt optellen (plus)?
A
*
B
/
C
-
D
+

Slide 19 - Quiz

Welk teken moet je gebruiken als je wilt delen?
A
*
B
/
C
-
D
+

Slide 20 - Quiz

Als je in Excel een formule (som) wilt aangeven dan begin je altijd met een bepaald teken. Welk teken is dat?
A
=
B
#
C
&
D
@

Slide 21 - Quiz

Welke cel is geselecteerd?
A
H1
B
G1
C
H2
D
G2

Slide 22 - Quiz

Hoe heet het zwarte kruisje als je je muis linksonder op de cel houd?
A
Vulgreep, filler
B
Het kruisje
C
Sommenmaker
D
Brulgreep

Slide 23 - Quiz

Aan de slag
We gaan oefenen. 
Ga naar Magister-ELO-opdrachten-2.2a Oefenen met Excel.
Klaar? Verder oefenen met 2.2b

Slide 24 - Slide

Hoe ging het vandaag?
A
Heel goed!
B
Kon beter, want...
C
Niet zo goed, want..
D
Helemaal niet zo goed, want..

Slide 25 - Quiz