06-01

Welcome!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome!

Slide 1 - Slide

How do you feel about online classes? Respond with an emoticon!

Slide 2 - Mind map

Today
- vergelijkende en overtreffende trap.
- oefenen met luistervaardigheid

Slide 3 - Slide

Vergelijkende en overtreffende trap
maak opdracht 5 van les 3.2
5-7 minuten.
Ben je klaar? Doe dan even iets voor jezelf.

Slide 4 - Slide

De vergrotende trap van long is ...
A
longerst
B
longst
C
longer
D
longest

Slide 5 - Quiz

De overtreffende trap van long is ...
A
longerst
B
longst
C
longer
D
longest

Slide 6 - Quiz

Dus één lettergreep (long)
vergrotende trap: +er
overtreffende trap: +est

Slide 7 - Slide

Wat is de vergrotende trap van fat
A
fater
B
fatter
C
fatest
D
fattest

Slide 8 - Quiz

Dus één lettergreep (fat) eindigt op klinker + medeklinker

vergrotende trap: medeklinker verdubbeld + er
overtreffende trap: medeklinker verdubbeld + est

Slide 9 - Slide

de overtreffende trap van tiny is...
A
tinyer
B
tinier
C
tinyest
D
tiniest

Slide 10 - Quiz

Dus eindigend op -y (tiny)
vergrotende trap: +ier
overtreffende trap: +iest

Slide 11 - Slide

wat is de vergrotende trap van beautiful? (tip: het zijn twee losse woorden)

Slide 12 - Open question

Dus twee of meer lettergrepen (beautiful, exciting, etc.)

vergrotende trap: more ....
overtreffende trap: most ...

Slide 13 - Slide

Wat is de vergrotende trap van good?
(tip: het lijkt een beetje op het Nederlands)

Slide 14 - Open question

Wat is de vergrotende trap van bad?

Slide 15 - Open question

Dus uitzonderingen (moet je weten)

good - better - best
bad - worse -worst

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Practise
Do exercise 6 but don't check your answers.
Finished? Do exercise 11 and 12

Slide 18 - Slide

Game
Do you think you have the laziest cat? The smallest plant or the tallest father?

Slide 19 - Slide

How to play
Als je de beurt krijgt maak je een zin zoals:
'I have a tiny pet (huisdier).'
'I am nice.'

Als je denkt dat jij een kleiner huisdier hebt of dat je liever bent steek je je hand op en reageer je met een vergrotende of overtreffende trap, zoals:
'My pet is tiniest.'/ 'I am nicer'.
Let's see how far you get!

Slide 20 - Slide

Homework
Do exercise 11 and 12.
Repeat unit 2.

Slide 21 - Slide