degrees of comparisons

Thursday 21st November
Welcome K4!
1 / 49
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Thursday 21st November
Welcome K4!

Slide 1 - Slide

Welcome back!
What's up?

Slide 2 - Slide

                         Today:

  •  Intro-planning 
* resit vocab: 26th Nov - form!
* test grammar: 12th December
  • gram 8: Degrees of Comparison 
                          ------
  •  Booklet exercises gram. 1-8
  •  Read Theory
 
  • K.E. Next week: start Ex.Id 10!
 
   you understand/can apply:

*the degrees of comparison
- short words
- long words
- exceptions



Slide 3 - Slide

Degrees of comparison 
trappen van vergelijking

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

          zegt iets over een zelfstandig naamwoord
            (dus over een mens, dier, plant of ding)
Een bijvoeglijk naamwoord 
het mooie meisje
de snelle auto
de lelijke hond

Slide 6 - Slide

Als iets net zo groot, mooi, lekker, snel als iets anders is zeg je :     As ............... as
This dog is as cute as that one
Dit noemen we de stellende trap 

Slide 7 - Slide

Als we dingen vergelijken en iets of iemand is groter / sneller/ leuker / mooier/ lekkerder enz. dan noemen we dat de vergrotende trap
           groot                 groter

Slide 8 - Slide

In het Engels zet je dan -er achter het woord 
small - smaller
fast - faster
high - higher
       small           smaller
Het verklikwoord is THAN: 
This dog is smaller than that one

Slide 9 - Slide

Achter het woord + er zet je dan than
this dog is smaller than that one
smaller than

Slide 10 - Slide

Here is Emily. She's six years old. Her brother is nine, so he is...........
A
old
B
older
C
olden
D
oldest

Slide 11 - Quiz

This magazine is cheap, but that
one is...........
A
cheaper
B
cheaping
C
cheap
D
cheapest

Slide 12 - Quiz

Als we dingen vergelijken en iets is het mooist/ grootst/ lekkerst/leukst enz dan noemen we dit de overtreffende trap
           groot                 groter                 grootst

Slide 13 - Slide

In het Engels zet je dan -est achter het woord 
fastest 
smallest
highest
               small       smaller    smallest
Het verklikwoord is THE
That is the smallest dog I have ever seen.

Slide 14 - Slide

Voor het woord + est zet je dan the
This is the smallest dog they have

Slide 15 - Slide

He is ................. man in our village.
A
strongest than
B
stronger than
C
the strongest
D
the stronger

Slide 16 - Quiz

He has .......... car in our family.
A
faster than
B
the faster
C
fastest than
D
the fastest

Slide 17 - Quiz

3 Uitzonderingen:
woorden die eindigen op een griekse y
bijv : ugly, lazy, early, heavy
Bij de vergrotende trap verandert de -y
in een i en daar zet je -er achter.
1

Slide 18 - Slide

Woorden die eindigen op een griekse y
Vergrotende trap: de -y verandert in een i en daar komt  -er achter

Overtreffende trap: de -y verandert in een i en daar komt -est achter
1
an ugly dog 
an uglier dog
the ugliest dog
Zoals: ugly, happy, lazy, pretty, etc. 

Slide 19 - Slide

This dog is as ugly as that dog
this dog is hairier than that dog

Slide 20 - Slide

2
Woorden die eindigen op -e
bijv : safe, nice, large, brave, etc.
Bij de vergrotende trap komt er alleen een -r achter het woord
Bij de overtreffende trap komt er alleen -st achter het woord
a large dog
a larger dog
the largest dog 

Slide 21 - Slide

2
Woorden die eindigen op -e
Bij de overtreffende trap komt er alleen  -st achter het woord
a large dog
a larger dog
the largest dog

Slide 22 - Slide

Woorden van 1 lettergreep met 1 klinker die eindigen op 1 medeklinker
3
bijv : big , fat, hot
Bij de vergrotende trap verdubbelt de medeklinker + er : bigger/ fatter/ hotter
Bij de overtreffende trap verdubbelt de 
medeklinker + est: biggest/fattest/hottest
a fat dog
a fatter dog
the fattest dog

Slide 23 - Slide

This is a nice cat. It's much ...............
.
my friend's cat
A
nicer than
B
niceer than
C
the nicest
D
the niceest

Slide 24 - Quiz

Woorden van 1 lettergreep met 1 klinker die eindigen op 1 medeklinker
3
Bij de overtreffende trap verdubbelt de medeklinker + est
         
a fat dog
a fatter dog
the fattest dog

Slide 25 - Slide

This joke was ....................
joke I've ever heard.
A
the funnyest
B
funnyer than
C
the funniest
D
funnier than

Slide 26 - Quiz

London is .............city in Europe.
A
largeer than
B
the largeest
C
larger than
D
the largest

Slide 27 - Quiz

You look ........... yesterday
A
the happyest
B
the happiest
C
happier than
D
happyer than

Slide 28 - Quiz

My dog is ............. than your pony
A
the bigest
B
the biggest
C
biger
D
bigger

Slide 29 - Quiz

Deze rijtjes moet je uit je hoofd leren :


  • much/many -    more      -    most
  • little/ few       -    less         -    least
  • bad                 -    worse     -    worst
  • good               -   better     -    best

Slide 30 - Slide

Er zijn ook lange bijvoeglijke naamwoorden. Deze hebben 3 of meer lettergrepen
  • beautiful
  • intelligent
  • wonderful
  • exciting
  • difficult

Slide 31 - Slide

Bij deze lange woorden maak je de vergrotende trap door more voor het woord te zetten
Bij de overtreffende trap zet je most voor het woord
  • beautiful    -  more beautiful   - most beautiful
  • intelligent  - more intelligent - most intelligent
  • difficult       - more difficult      - most difficult
* Deze regel geldt ook voor de volgende woorden met           2 lettergrepen: famous, boring, awful, afraid

Slide 32 - Slide

This dog is more beautiful
than that dog
Tuna is the most beautiful dog I have ever seen ......
but.....

Slide 33 - Slide

TUNA

Slide 34 - Slide

Bij deze lange woorden maak je de overtreffende  trap door most voor het woord te zetten
  • most beautiful
  • most intelligent
  • most wonderful
  • most exciting

Slide 35 - Slide

Een aantal woorden van 2 lettergrepen krijgen ook more en most
bijvoorbeeld famous, boring, afraid, awful

Slide 36 - Slide

This dog is more famous
than that dog

Slide 37 - Slide

This is .............
exercise on the worksheet.
A
the difficultest
B
the most difficult
C
the most difficultest
D
the more difficulter

Slide 38 - Quiz

my sister has ...................
hobby in the world.
A
the most interesting
B
the more interestinger
C
the interestingest
D
the most interstingest

Slide 39 - Quiz

He is .......... teacher in the country.
A
the goodest
B
gooder than
C
the best
D
better than

Slide 40 - Quiz

Oh no, this is my ............ nightmare!
A
badder
B
baddest
C
worse
D
worst

Slide 41 - Quiz

My cousin is ................his classmates
A
the most intelligent
B
the most intelligentest
C
more intelligent than
D
more intelligenter than

Slide 42 - Quiz

My life is ................. yours
A
more boring than
B
more boringer than
C
the most boring
D
the most boringest

Slide 43 - Quiz

Ik snap grammatica 8:
A
Helemaal
B
Helemaal niet
C
Met extra uitleg
D
Met extra oefenen

Slide 44 - Quiz

                        Get to work:

                                    
  • Booklet exercises gram. 8
        (p.4/5/6/7)
  • Read Theory 
  • Exam Idiom (resit)

  •   Finished? 
-> missing exercises grammar 1-7
 
   you understand/can apply:

*the degrees of comparison
- short words
- long words
- exceptions


Slide 45 - Slide

                         Today:
  • Intro-homework-planning
* resit vocab: 28th Nov
* test grammar 1-12: 12th Dec
* Kader.Ex: Vocab H1-9: 23rd Nov
  • Degrees of comparison (gram.9) 
  • Practise degrees of comp.
-workbook p. 4,5,6,7 / digital links
                            Finished?
  • Fill out  Form Internship
  • Homework: Magister
 
   You understand/can apply:

*the degrees of comparison*
- short words
- long words
- exceptions


Slide 46 - Slide


  •  Homework - questions?
  • Test Ex Id: resit 28th Nov. 
  • Recap grammar 7 - future 
  • Degrees of comparison
  • Practise degrees of comp.
  • Exam 2016-1 en 2016-2 in      Examenkracht 
 
you understand/can apply:
*the degrees of comparison*
- short words
- long words
- exceptions

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Video

Slide 49 - Link