Het huiswerk:
-meenemen: een schrift, pen, boek en I-pad
Leren (apprendre): Vocabulaire (woorden en zinnen) A en B (page 90) en leer het werkwoord 'Avoir' uit je hoofd (page 55H) en de persoonlijke voornaamwoorden (page 48)
F-N en N-F
Gebruik slim stampen! (beurt/quiz)