H4 week 5 Feiten, meningen en argumenten

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Nieuw boek voor fictieverslag 2?

Lesdoel

Je weet het verschil tussen een feit, mening en een argument

Je kunt feiten, meningen en argumenten herkennen

Feit/mening/argument

1. Noem een feit
2. Noem een mening
3. Noem een argument

een feit:

Feit/mening/argument

1. Noem een feit
2. Noem een mening
3. Noem een argument

een mening:

Feit/mening/argument

1. Noem een feit
2. Noem een mening
3. Noem een argument

een argument:

Theorie 

Feiten: een feit kun je controleren.

Meningen: een mening is iets wat iemand vindt.

Argumenten: uitleg waarom iemand iets vindt.

Zelfstandig werken

• Ga naar opdrachten maken (zie pijl).
• Maak lezen extra en anders lezen test. Heb je dat al gedaan dan maak je opdracht 2 van NN blz. 134.
• Klaar: Bedenk een stelling (bv. de doodstraf moet worden ingevoerd in NL)
• En bedenk daarbij  3 argumenten voor en 3 argumenten tegen.

Begrijp je de theorie? Heb je nog behoefte aan extra uitleg?