This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
§ 2
Meer dan lezen - 1H en 1V
Slide 1 - Slide
Na deze les kan je:
het onderwerp van een tekst of filmpje bepalen
de hoofdgedachte van een tekst of filmpje bepalen
Slide 2 - Slide
Wat is verschil tussen een onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst?
Slide 3 - Mind map
Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van een tekst. Je kunt met één woord of met een paar woorden zeggen wat het onderwerp is, bijvoorbeeld: goochelen of gezonde snacks. Als je weet wat het onderwerp van een tekst is, begrijp je de tekst beter wanneer je hem helemaal gaat lezen.
Slide 4 - Slide
De hoofdgedachte van een tekst is één volledige zin die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.
Bij het onderwerp kleding kan de hoofdgedachte zijn: We gooien steeds meer kleding weg. maar ook: Via sociale media en internet kun je tegenwoordig gemakkelijk kleding ruilen.
Let op: de hoofdgedachte van een tekst is nooit een vraag.
Slide 5 - Slide
Zo vind je het onderwerp van een tekst
Lees de tekst oriënterend > kijk naar de titel, tussenkopjes, plaatjes. Lees de eerste twee alinea's.
Geef een zo kort mogelijk antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?
Slide 6 - Slide
Zo vind je de hoofdgedachte van een tekst
Lees de tekst precies.
Kijk aan het begin en het eind van de tekst of de hoofdgedachte daar letterlijk staat. Als dit niet zo is, vraag je dan af wat het antwoord is op de vraag: wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt?
Slide 7 - Slide
Onderwerp en hoofdgedachte
Het onderwerp bevat een paar woorden die vertellen waarover de tekst gaat.
De hoofdgedachte is een hele zin die vertelt waarover de tekst gaat.
Slide 8 - Slide
Pak nu je boek en ga naar bladzijde 19. We hebben de iPad zo nog wel nodig.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Wat is in één woord het onderwerp van deze tekst?
Slide 11 - Open question
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst? (kijk in je boek)
A
Op een workshop Upcycling heeft Jeniah uit Rotterdam geleerd hoe ze oude kleding leuker en mooier kan maken.
B
Je kunt oude kleding leuker en mooier maken door twee kledingstukken te combineren.
C
De Rotterdamse Jeniah maakt veel scrunchies en probeert ook kleding te maken.
D
Door kleding opnieuw te dragen in plaats van steeds een nieuwe outfit te kopen, help je de aarde een beetje.
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
aanbod
belangrijkere, grotere
goedgevonden, toegestaan
gebruikelijke
ontwikkeling
iets vuils vervangen door iets fris
assortiment
prominentere
geaccepteerd
traditionele
trend
verschonen
Slide 14 - Drag question
Wat is het ONDERWERP van de tekst? (in een paar woorden)
Slide 15 - Open question
De hoofdgedachte van de tekst is: Hoelang bestaat kinder- en jongerenkleding al?
A
waar
B
niet waar
Slide 16 - Quiz
Als het goed is, kun je nu de hoofdgedachte en het onderwerp van een tekst vinden.
Slide 17 - Slide
In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?