What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Dag 8
Nieuwe woorden Thema 18
Nederland
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nieuwe woorden Thema 18
Nederland
Slide 1 - Slide
januari
de eerste maand van het jaar
zin
: Januari is in Nederland één van de koudste maanden van het jaar.
zin
: 1 januari ga ik altijd bij mijn familie op visite.
16
Slide 2 - Slide
februari
de tweede maand van het jaar
zin
: 1 keer in de 4 jaar heeft
februari
29 dagen.
zin
: Wij gaan in
februari
altijd een weekje skiën.
12
Slide 3 - Slide
maart
de derde maand van het jaar
zin
: De maand maart heeft 31 dagen.
zin
: In maart komen de eerste vogels uit het zuiden.
zin:
In maart begint de lente.
25
Slide 4 - Slide
april
de vierde maand van het jaar
zin
: In
april
is het meestal lente.
zin
: April doet wat hij wil [het weer is erg wisselvallig].
4
Slide 5 - Slide
mei
de vijfde maand van het jaar
zin
: In mei leggen alle vogeltjes een ei.
zin
: In mei hebben we voorjaarsvakantie.
27
Slide 6 - Slide
juni
de zesde maand van het jaar
zin
: De leerlingen doen hun laatste toetsen in de maand juni.
zin
: Mijn broertje is geboren op 23 juni 2002.
18
Slide 7 - Slide
Verwerkingsvragen thema 18
Nederland
Slide 8 - Slide
4
timer
1:30
Wat weet jij over de maand april in Nederland?
Slide 9 - Mind map
april =
4
A
de vierde maand van het jaar
B
de derde maand van het jaar
C
de vijfde maand van het jaar
D
de tweede maand van het jaar
Slide 10 - Quiz
Welke maand heeft soms 29 dagen?
12
A
januari
B
februari
C
maart
Slide 11 - Quiz
De maand na januari is __________.
12
Slide 12 - Open question
Met welke maand begint het jaar?
16
A
februari
B
december
C
juli
D
januari
Slide 13 - Quiz
Het is winter in ..............
16
A
januari
B
april
C
augustus
D
mei
Slide 14 - Quiz
Welke maand komt voor juli?
18
A
januari
B
maart
C
augustus
D
juni
Slide 15 - Quiz
In __________ is het vaak mooi weer.
18
A
juni en juli
B
juni en december
C
augustus en november
D
oktober en februari
Slide 16 - Quiz
Welke maand komt voor april?
A
mei
B
maart
C
februari
D
juni
Slide 17 - Quiz
In welk kwartaal valt de maand mei?
A
1e kwartaal
B
2e kwartaal
C
3e kwartaal
D
4e kwartaal
Slide 18 - Quiz
More lessons like this
Dag 8
June 2024
- Lesson with
18 slides
NT2
ISK
Dag 8
September 2024
- Lesson with
19 slides
NT2
ISK
De kalender
February 2023
- Lesson with
10 slides
W.O.
Lager onderwijs
seizoenen en de maanden
14 days ago
- Lesson with
20 slides
NT2
Hoger onderwijs
seizoenen en de maanden
September 2024
- Lesson with
20 slides
NT2
Hoger onderwijs
les 18 blok 2
October 2022
- Lesson with
11 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 8
kalender
December 2023
- Lesson with
25 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 5-8
Herhaling a1 - wat heb ik onthouden: De kalender
October 2022
- Lesson with
16 slides
rekenen
Buitengewoon lager onderwijs