What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Passé composé met avoir
Passé composé
=
voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Passé composé
=
voltooid tegenwoordige tijd (VTT)
Slide 1 - Slide
Exemple
Ik
heb
een leuke vakantie
gehad
.
=
J'ai passé de bonnes vacances.
Slide 2 - Slide
J'ai passé de bonnes vacances.
Wat is in deze zin de passé composé?
Slide 3 - Open question
Exemple
Ik
heb
een leuke vakantie
gehad
.
=
J'
ai passé
de bonnes vacances.
Slide 4 - Slide
D'autres exemples
J'
ai regardé
la télé. = Ik heb televisie gekeken.
Tu
as parlé
français. = Jij hebt Frans gepraat.
Nous
avons rencontré
ton ami. = Wij hebben jouw vriend ontmoet
Slide 5 - Slide
Hoe maak je de passé composé?
Slide 6 - Open question
Note. Le passé composé met avoir
VTT
= hebben (hulpww) + volt.dw.
passé composé
= avoir (hulpww) + participe passé (participe passé = « ge-woord »)
1. Regelmatige ww op –er:
participe passé --> é
bijv.
louer = huren --> “er” eraf + é
loué = gehuurd (= participe passé)
Slide 7 - Slide
Note. Le passé composé met avoir
1. Regelmatige ww op –er:
participe passé --> é
bijv.
louer = huren --> “er” eraf + é
loué = gehuurd (= participe passé)
* je participe passé is bij ieder onderwerp hetzelfde
* je hulpww moet je per onderwerp aanpassen
Slide 8 - Slide
Au travail! Prends ton cahier
1. Vervoeg het werkwoord 'louer' in de passé composé (mét pers. vnw)
2. Zet de vertaling erachter.
Slide 9 - Slide
Verbe louer (p.c.)
j’ai loué = ik heb gehuurd
tu as loué = jij hebt gehuurd
il/elle/on a loué = hij/zij/men heeft gehuurd
nous avons loué = wij hebben gehuurd
vous avez loué = jullie hebben gehuurd/u
heeft gehuurd
ils/elles ont loué = zij hebben gehuurd
Slide 10 - Slide
Kies het juiste hulpww: Mes soeurs ______ parlé français.
A
avons
B
ont
C
a
D
avez
Slide 11 - Quiz
Vul in: Vous _______ visité Lyon.
Slide 12 - Open question
Zet in de passé composé: Il (habiter)______ aux Pays-Bas.
Slide 13 - Open question
Prends ton cahier de notes
2. Uitzonderingen
-
j’ai été
(être) = ik ben geweest (en
niet
ik heb geweest)
-
j’ai eu
(avoir) = ik heb gehad
-
j’ai fait
(faire) = ik heb gedaan/gemaakt
Slide 14 - Slide
Zet in de passé composé: J'(avoir) _____
Slide 15 - Open question
Zet in de passé composé: on (faire)______
Slide 16 - Open question
Zet in de passé composé: On (avoir) _______
Slide 17 - Open question
Zet in de passé composé: j'(être)______
Slide 18 - Open question
Zet in de passé composé: Mes voisins (être) _______
Slide 19 - Open question
Zet in de passé composé: Nous (faire) _______
Slide 20 - Open question
More lessons like this
Passé composé : hulpww être ou avoir
September 2017
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
18 mei 2021 Ch5 gr C passé composé met être
May 2021
- Lesson with
14 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
2H2 19 mei 2021 Ch5 gr C passé composé met être
May 2021
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
PTO 4 week 24
June 2020
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
PC met hulpww avoir en être
January 2023
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
2M Chapitre 5 Passé Composé en Voorzetsels landennamen
June 2020
- Lesson with
36 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Chapitre 5 Passé Composé en Voorzetsels bij landen en plaatsen/ mavo2
April 2021
- Lesson with
40 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
passe compose
January 2022
- Lesson with
15 slides