Wiskunde H6.1 Breuken

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Voorkennis

Maak op blz. 52,

opdr. 1 t/m 6

7

3

1

9

In de breuk 3/9 is de teller

In de breuk 3/7 is de noemer 

In de breuk 1/7 is de teller

In de breuk 1/9 is de noemer 

Wat is een breuk?

1. Iets wat gebroken is.
2. Dat is een deel van iets (deel van een geheel).
3. Iets om te eten.
4. Dat bestaat niet.

welke breuk?

1. ​1​​3​​
2. ​3​​3​​
3. ​4​​1​​
4. ​3​​1​​

Welke breuk is dit?

1. 3/6
2. 3/5
3. 2/4
4. 2/5

Karel lust wel 4 stukken van deze taart
welke breuk hoort daarbij?

1. één tweede
2. vier tiende
3. drie tiende
4. vier twaalfde

Welke breuk is dit?

1. 1/5
2. 5/1
3. 1/6
4. 6/1

Welke breuk is dit?

1. 7/10
2. 3/9
3. 6/9
4. 10/7

Welke breuk is dit?

1. 1/5
2. 5/1
3. 1/6
4. 2/6

Welk deel is gekleurd?

Meerdere antwoorden zijn goed!

1. 1/2
2. 2/4
3. 2/6
4. 1/3

De taart kost €32,-  wat betaal je voor 1 stukjes taart?