What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Semaine 9 Unité 3, Afronding en herhaling
Bonjour et bienvenue!
Comment ça va?
1 / 47
next
Slide 1:
Slide
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
This lesson contains
47 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bonjour et bienvenue!
Comment ça va?
Slide 1 - Slide
La semaine 12:
lundi mardi et mercredi, le vingt et un, le vingt-deux et le vingt-trois mars
Slide 2 - Slide
Le but du cours:
Objectif du cours:
Répéter tout d'unité 3..
Slide 3 - Slide
Le programme d'aujourd'hui:
1. Questions?
2. Quizlet alle woorden
3. Herhalen vervoegen werkwoorden, gevoelswerkwoorden, vraagwoorden etc.
4. Questions?
5. Faire: Apprendre 1,2,4,6,8,10 F/N
Apprendre 3,5, begrijpen en kunnen toepassen
Slide 4 - Slide
Sleep de juiste vertalingen naar het juiste persoonlijk voornaamwoord
Schrijf op welke je niet wist.
(!)
il
nous
vous
elle
tu
je
wij
zij
ik
jullie
jij
hij
Slide 5 - Drag question
Wij hebben
Slide 6 - Open question
U bent
Slide 7 - Open question
Uitleg werkwoorden -er
Stap 1. Stam
> Haal -er van het werkwoord af.
(parler > parl_)
Stap 2. Uitgang pers.vnw
> Kijk welk pers.vnw er hoort, welke uitgang hoort daarachter? (
vous > ez)
Stap 3. Plak aan elkaar
U praat = Vous parl
ez
Slide 8 - Slide
Ezelsbruggetje -er
Slide 9 - Slide
Wie zegt dit:
"......regardons"
A
Ik
B
Jij
C
Wij
D
Zij (mv)
Slide 10 - Quiz
Hoe zeg je:
Jij praat (Tu ........)
A
parler
B
parles
C
parle
D
parlons
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Video
Wat komt altijd na
adorer, préférer, aimer, détester?
Slide 13 - Open question
Wat is bijzonder aan ww préférer?
Slide 14 - Open question
préférer
Je préf
è
re
Tu préf
è
res
Il/elle/on préf
è
re
nous préférons
vous préférez
ils/elles préf
è
rent
Slide 15 - Slide
Mijn ouders zijn dol op tennis.
A
Mes parents aiment le tennis.
B
Mes parents adores le tennis
C
Mes parents adorent le tennis.
D
Mes parents adorent tennis.
Slide 16 - Quiz
Hou je van katten?
A
Vous aimez les chats?
B
Vous aimez chats?
C
Tu aimes chats?
D
Tu aimes les chats?
Slide 17 - Quiz
Ik heb een hekel aan wiskunde.
Slide 18 - Open question
Vraagwoorden gebruiken
Voorbeelden:
Tu habites
où
?
Comment
tu t'appelles?
Qui
est ta soeur?
Qu'est-ce que
vous avez mangé?
Ton anniversaire est
quand
?
Slide 19 - Slide
Vraagwoorden
où = waar
quand = wanneer
comment = hoe
combien = hoeveel
pourquoi = waarom
qui = wie
qu’est-ce que = wat
Slide 20 - Slide
Vertaal: hoeveel
A
combien
B
quand
C
pourquoi
D
comment
Slide 21 - Quiz
Vertaal: waar
A
quand
B
qu'est-ce que
C
qui
D
où
Slide 22 - Quiz
Vertaal: Waar is de Eiffeltoren?
A
Qui est la Tour Eifel?
B
Quand est la Tour Eifel?
C
Où est la Tour Eifel?
Slide 23 - Quiz
Welke ontbreekt?
________ est ton anniversaire?
A
Quand
B
Pourquoi
C
Qui
D
Combien
Slide 24 - Quiz
Welke ontbreekt?
Tu as __________ de matières?
A
Quand
B
Pourquoi
C
Qui
D
Combien
Slide 25 - Quiz
Welke ontbreekt?
Le métro arrive ______ ?
A
qui
B
combien
C
quand
D
qu'est-ce que
Slide 26 - Quiz
Tu vas à Paris comment / où?
A
comment
B
où
Slide 27 - Quiz
Vous avez encore des questions?
Slide 28 - Open question
Heb ik alles begrepen?
A
Ja, ik vond het gemakkelijk
B
Als ik de grammatica leer, kan ik dit wel.
C
Ik heb nog wel een vraag.
D
Help! Ik begrijp er niets van!
Slide 29 - Quiz
Le programme d'aujourd'hui:
1. Questions?
2. Herhalen bezittelijk voornaamwoord
3. Doornemen apprendre 8
4. Faire: ex. 28 en 29 in tweetallen en ler. apprendre 8
Slide 30 - Slide
le collège
Slide 31 - Mind map
https:
Slide 32 - Link
Slide 33 - Slide
welke hoort er niet bij?
A
la semaine
B
la nuit
C
l'après-midi
D
le matin
Slide 34 - Quiz
Welke hoort er niet bij?
A
la chimie
B
la cantine
C
l'allemand
D
la physique
Slide 35 - Quiz
welke hoort er niet bij?
A
aujourd'hui
B
le repas
C
la cantine
D
le déjeuner
Slide 36 - Quiz
Wat betekent het werkwoord: avoir?
Maak het rijtje af.. J'ai, Tu as, .....
Slide 37 - Open question
Samenwerken..
Jullie werken in tweetallen, maak samen
ex. 28 en 29
Slide 38 - Slide
Les devoirs: ex. 28 en 29 en ler. apprendre 8
Stof voor de toets: Apprendre 1,2,4,6,8,10 F/N
Apprendre 3,5, begrijpen en kunnen
toepassen
Slide 39 - Slide
Le programme d'aujourd'hui:
1. Questions?
2. Opties voor vandaag:
- mk extra ex. om te oefenen: 8f,g,h en 16f,g,h (samen)
- ler. vocabulaire quizlet (ZS)
- extra uitleg of samen oefenen
- samenvatting maken/ planning
3.
Apprendre le teste.
Slide 40 - Slide
Welke quizlet willen jullie nog oefenen?
Slide 41 - Slide
quizlet.com
Slide 42 - Link
www.verbuga.eu
Slide 43 - Link
Les devoirs?
Apprendre 1,2,4,6,8,10 F/N
Apprendre 3,5, begrijpen en kunnen
toepassen
Slide 44 - Slide
Slide 45 - Video
Even iets anders.. autre chose:
Verwen jezelf met even iets anders doen en daarna nog lekker smullen ook van een frans recept.. voor Franse appeltaart.. très facile!! Alors allez-y..
Klaar? Envoyez moi une photo avec le résultat..
Slide 46 - Slide
https:
Slide 47 - Link
More lessons like this
Semaine 13: Unité 3, laatste les en Toets
February 2021
- Lesson with
33 slides
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Semaine 16 (15 t/m 19 maart) Unité 4: 4.6 en 4.7
December 2023
- Lesson with
37 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
La semaine 43, Intro Unité 2
October 2021
- Lesson with
16 slides
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Unité 1 - parler et écrire
September 2022
- Lesson with
23 slides
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 1
Vraagwoorden & getallen.
March 2024
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Semaine 12 Unité 3, Herhaling/ afronding
January 2021
- Lesson with
30 slides
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 2
Les 13 hv2 avoir,être,vraagzin zonder/met vraagwoord
September 2021
- Lesson with
25 slides
Frans
Enseignement Secondaire
Getallen en vraagwoorden
February 2023
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1