2MHV 2.2 past simple, word order + used to

Past Simple
Word Order
Used to

1 / 21
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Past Simple
Word Order
Used to

Slide 1 - Slide

Past Simple
wat weet je nog?

Slide 2 - Mind map

Hoe maak je een vraag in de Past Simple?

Slide 3 - Open question

Hoe maak je een vraag in de Past Simple?

Slide 4 - Open question

Verander deze zin naar een vraag. Vergeet het vraagteken niet!
He walked to school.

Slide 5 - Open question

Hoe maak je een ontkenning in de Past Simple?

Slide 6 - Open question

Verander deze zin naar een ontkenning. Helemaal uitschrijven (ontkenning) en vergeet de punt niet!
We walked to school.

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Word Order
We gaan kijken naar de plaats & tijd.

Slide 10 - Slide

We went on Holiday
Zet deze woorden op de goede plek in de zin:
to Spain
Last year

Slide 11 - Drag question

The Lakers became champions
Zet deze woorden op de goede plek in de zin.
in 2009
in Los Angeles

Slide 12 - Drag question

Plaats & Tijd
  • Meestal achteraan.
  • Tijd mag ook vooraan (nadruk leggen) hoeft niet
  • Allebei in de zin? eerst plaats daarna tijd.

                                         Ezelsbruggetje: 
                                         PvT! = Plaats voor Tijd

Slide 13 - Slide

Ezelsbruggetje
Wie = Onderwerp
Doet = ALLE werkwoorden in de zin
Wat = Lijdend (of meewerkend) voorwerp
Waar = Plaats
Wanneer = Tijd

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Used to
Om te zeggen dat iets vroeger gebeurde.

I used to have long hair
(but now I have short hair).
He used to smoke
(but now he doesn't smoke).
They used to live in India
(but now they live in Germany).

Slide 16 - Slide

Vul in: Gebruik used to + hele ww
Luisteren- Mary ______ to music.

Slide 17 - Open question

Vul in: Gebruik used to + hele ww
Spelen- Dan ______ baseball.

Slide 18 - Open question

Vul in: Gebruik used to + hele ww
Hebben - I _____ a cat.

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

HOMEWORK
Next Tuesday

Lesson 2 - all exercises

MINITOETS 1 
Werkwoorden 1 t/m 15

Slide 21 - Slide