K: Presentatie paragraaf 3.4, deel 2 Z: Je maakt paragraaf 3.4 (t/m vraag 26)
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
De vroege Middeleeuwen
K: Presentatie paragraaf 3.4, deel 2 Z: Je maakt paragraaf 3.4 (t/m vraag 26)
Slide 1 - Slide
Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Slide
Vorige keer...
Aan het eind van deze les:
- weet je hoe de Islam is ontstaan.
Slide 3 - Slide
Veel goden of één god?
In de zesde eeuw geloofden de Arabieren in honderden goden
In de stad Mekka stond de Ka'aba: een grote zwarte steen
Op deze plek aanbieden de Arabieren hun goden
Ook mensen, waaronder veel handelaren, uit andere landen bezochten de Ka’aba en baden er tot hun goden.
Mekka lag aan een kruispunt van handelswegen en was een belangrijke handelsstad.
Slide 4 - Slide
Een visioen
Mohammed was een handelaar uit Mekka.
In een droom, een visoen, vertelde een engel dat er maar één god is, Allah.
Mohammed vertelde de mensen in Mekka over zijn droom, maar bijna niemand wilde naar hem luisteren.
De meeste mensen moesten niets van Mohammed hebben en joegen hem en zijn volgelingen de stad uit
Slide 5 - Slide
Van Mekka naar Medina
622
Mohammed vlucht naar Medina
Dit is het begin van de islamitsche jaartelling, de hedsjra
In deze stad woonden veel joden en christenen, ook zij geloven in één god (monotheïsme).
Mohammed, die zich profeet van Allah noemde, kreeg veel aanhangers.
Zij noemden zich moslims en hun godsdienst de islam.
Slide 6 - Slide
Terug naar Mekka
630
Met een grote groep moslims ging Mohammed terug naar Mekka (630)
Er werd gevochten en Mohammed won.
Veel bewoners van Mekka werden toen alsnog moslim.
Mohammed beval dat mensen bij de Ka’aba alleen nog tot Allah mochten bidden.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Leren van elkaar
Door hun veroveringen verzamelden Arabieren veel kennis.
Geneeskunde: de Arabieren wisten dat je veel ziektes kunt voorkomen door goede hygiëne.
Wiskunde: de Arabieren leerden dat je met de cijfers 0 tot en met 9 veel gemakkelijker kunt rekenen dan met de Romeinse cijfers.
Aardrijkskunde: Arabische geleerden verzamelden en combineerden de kennis van de wereld in goede topografische kaarten.
Slide 9 - Slide
Deze keer...
Aan het eind van deze les:
- weet je volgens welke regels de moslims leven.
Slide 10 - Slide
Wat zie je hier?
Slide 11 - Slide
De islam
Islam betekent: 'onderwerping'
Het belangrijkste boek is de Koran of Qoer'ān (القرآن)
Volgens moslims zijn de woorden in de Arabische taal door Allah via de engel Djibriel aan Mohammed geopenbaard.
Daarnaast moet een moslim zich (zoveel mogelijk) houden aan de vijf zuilen, dit zijn godsdienstige verplichtingen.
Het vrijdaggebed in een moskee is voor mannen verplicht
Slide 12 - Slide
Vijf zuilen van de islam
geloofsbelijdenis (sjahada)
الشهادة
rituele gebeden (salat)
الصّلاة
geven aan armen (zakat)
زكاة
ramadan
(saum)
رمضان
pelgrimstocht
(hadj)
الحجّ
Slide 13 - Slide
Video
SchoolTV: De vijf zuilen van de islam
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Wat is niet een van de vijf zuilen
van de islam?
A
Eén keer in je leven naar Mekka gaan
B
Vaak naar de kerk gaan
C
Geld geven aan arme mensen
D
Vijf keer per dag bidden
Slide 16 - Quiz
Wat is niet een van de vijf zuilen
van de islam?
A
Meedoen aan de ramadan (vasten)
B
Bidden
C
Geen varkensvlees eten
D
Allah en Mohammed eren (geloofsbelijdenis)
Slide 17 - Quiz
Wat hoort bij welk geloof?
christendom
islam
beide
Mohammed
Monotheïsme
kerk
moskee
Mekka
Bijbel
Jezus
Koran
Slide 18 - Drag question
Waar is de Islam ontstaan?
A
Arabië
B
China
C
Spanje
D
Turkije
Slide 19 - Quiz
Hoe noemen we de vijf leefregels van de islam?
A
De Vijf Pilaren van de islam
B
De Vijf Zuilen van de islam
C
De Vijf Hoekstenen van de islam
D
De Vijf Regels van de islam
Slide 20 - Quiz
Wie is de profeet van de islam?
A
Mohammed
B
Jezus
C
Arabier
D
Er is geen profeet
Slide 21 - Quiz
Mohammed is...
A
De stichter en belangrijkste profeet van de islam
B
De stichter van de islam en de zoon van God
C
De belangrijkste profeet van de islam en de zoon van God
D
Hetzelfde als Allah
Slide 22 - Quiz
De islam kent...
A
1 god
B
2 goden
C
3 goden
D
4 goden
Slide 23 - Quiz
Wat betekent islam?
A
Onderwerping aan Allah
B
Zoeken naar Allah
C
Geloven in Allah
D
Allah is groot
Slide 24 - Quiz
De volgelingen van de islam zijn
A
boedhist
B
christen
C
jihad
D
moslim
Slide 25 - Quiz
Opvolgers van Mohammed heten
A
Kaliefen
B
Poitiers
Slide 26 - Quiz
De vroege Middeleeuwen
K: Presentatie paragraaf 3.4, deel 2 Z: Je maakt paragraaf 3.4 (helemaal)
Z: Ben je klaar?
- Kijk je werk na. De antwoorden zijn te vinden in Teams. Kijk dan bij de bestanden van het geschiedeniskanaal.
Slide 27 - Slide
Welke uitspraak over de islam is juist?
A
De islam is gesticht door de Turk Mohammed
B
Aanhangers van de islam noem je Turken of Arabieren.
C
Het gebedshuis van de islam noem je een moskee.
D
De verspreiding van de islam begon in de tweede eeuw na Christus.