2.3: Revolutie in Nederland (2)
1 / 26
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
De betekenis van het woord patriot is....
A
Iemand die trots is op zijn vaderland
B
Iemand die boos is op zijn vaderland
C
Iemand die boos is op zijn regering
D
Iemand die trots is op zijn bezit
Slide 2 - Quiz
In 1780 is er grote onvrede in Nederland.
Waarom?
Waarom?
A
Er is veel armoede en oorlog
B
Er is zojuist een oorlog tegen de Engelsen verloren
C
Veel mensen zijn het bestuur van de absolute koningen zat
D
Veel mensen willen graag een koning
Slide 3 - Quiz
De patriotten geven de schuld van de verloren oorlog aan...
A
De stadhouder
B
De regenten
C
De koning
D
De stadhouders
Slide 4 - Quiz
Welke uitspraak over de patriotten is waar?
A
De patriotten zijn dol op de Oranjes
B
De patriotten zijn geïnspireerd door de Franse Revolutie
C
De patriotten komen veelal uit de gegoede burgerij
D
De patriotten zijn arme, ontevreden Nederlanders
Slide 5 - Quiz
Welke uitspraak over de patriotten is niet waar?
A
De patriotten komen veelal uit de gegoede burgerij
B
De patriotten zijn geïnspireerd door de Amerikaanse Revolutie
C
De patriotten hebben verlichtte ideeën
D
De patriotten zijn alleen maar rijke Nederlanders
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
De Patriottenopstand in Nederland vond plaats voor / na de Franse Revolutie
A
Voor
B
Na
Slide 8 - Quiz
De leider van de Patriottenopstand in Nederland heette....
Slide 9 - Open question
Met de 'Oranjes' bedoelen we...
A
De machtige regenten
B
De stadhouder
C
De koning van de Republiek
D
Willem-Alexander
Slide 10 - Quiz
Vrijkorpsen zijn...
A
Groepen gewapende burgers
B
Studentenkorpsen met een militaire inslag
C
Verlichtte denkers met wapens
D
Groepen gewapende vrouwen die vechten tegen de stadhouders
Slide 11 - Quiz
In 1787 grijpt een Pruisisch leger in en verjaagt de Patriotten.
Van welk land is Pruisen tegenwoordig een onderdeel?
Van welk land is Pruisen tegenwoordig een onderdeel?
A
Polen
B
Duitsland
C
Oostenrijk
D
Tsjechië
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
De Bataafse Revolutie begint wanneer....
A
De regenten de macht afstaan aan de patriotten
B
Napoleon Nederland binnenvalt
C
Nederland een eenheidsstaat wordt
D
Willem V koning van Nederland wordt
Slide 15 - Quiz
Stadhouder Willem V vlucht naar...
A
Frankrijk
B
Pruisen
C
Engeland
D
Rusland
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Slide
1806
1810
1813
Nederland wordt Koninkrijk Holland
Nederland wordt een Franse provincie
De Fransen verlaten Nederland
Slide 18 - Drag question
Slide 19 - Video
Maakt dit besluit van een noodfonds Lodewijk Napoleon meer of minder populair bij de Nederlanders?
A
Meer populair
B
Minder populair
Slide 20 - Quiz
Maken deze besluiten Lodewijk Napoleon meer of minder populair bij zijn broer Napoleon Bonaparte?
A
Meer
B
Minder
Slide 21 - Quiz
Wat was de bijnaam van Lodewijk Napoleon?
A
De konijnen koning
B
De rampen koning
C
De lieve koning
D
De born-to-party-koning
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Video
"Dan vriezen ze dood in Rusland"
Waar hebben ze het over?
Waar hebben ze het over?
A
1812; Napoleon onderneemt een oorlog tegen Rusland
B
1815; Napoleon wordt in Rusland verslagen
C
1813; de slag bij Leipzig
D
1789; Nederlanders moeten vechten tijdens de Franse Revolutie
Slide 25 - Quiz
Hoe noemen we dit?
A
Meteritieke stelsel
B
Meter-stelsel
C
Metropolis stelsel
D
Metriek stelsel
