This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Wat is een gas?
Slide 1 - Open question
+
+
en
Brandstof
Verbrandingsproducten
Verbranding bij de mens
Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water
Slide 2 - Drag question
Over welke gassen gaan we het vooral hebben dit hoofdstuk?
A
Stikstof en Zuurstof
B
Stikstof en Waterdamp
C
Zuurstof en Koolstofdioxide
D
Koolstofdioxide en Stikstof
Slide 3 - Quiz
Leerdoelen
Na de les kun je de onderdelen van het ademhalingsstelsel benoemen
Na de les kun je de functies van de onderdelen beschrijven
Na de les kun je de werking van de longblaasjes uitleggen
Na de les ken je de hoofdbestanddelen van in- en uitgeademde lucht
Slide 4 - Slide
Het ademhalingsstelsel
Longblaasje
Aan het uiteinde van de luchtpijptakjes bevinden zich de longblaasjes. Om de longblaasjes zitten veel kleine bloedvaatjes, de longhaarvaten. In de longblaasjes worden gassen uit het bloed uitgewisseld.
1
Neusholte
Vooraan in de neusholte groeien haren, deze houden grote stofdeeltjes tegen. Verder in de neusholte bevindt zich het neusslijmvlies. Deze bestaat uit trilhaarcellen en slijmproducerende cellen. De trilharen en het slijm vangen ziekteverwekkers en kleine stofdeeltjes op, zo komen die niet in de longen.
De neusholte maakt de lucht ook warmer en vochtiger. Daarnaast kun je met de neusholte ruiken.
2
Mondholte
Ademen kan ook via de mondholte, hier wordt de lucht echter niet gefilterd of opgewarmd. Daarnaast kun je niet ruiken met je mond.
3
Keelholte
Achter de mondholte bevindt zich de keelholte. Deze opent zich in twee buizen, de luchtpijp en de slokdarm. Lucht en voedingsmiddelen bewegen zich door deze holte.
5
Huig
De huig sluit bij het doorslikken van voedingsmiddelen de neusholte af.
4
Strotklepje
Om te zorgen dat voedingsmiddelen niet in de verkeerde buis komen hebben we een strottenhoofd, deze sluit zich wanneer je voedingsmiddelen doorslikt. Hij is open wanneer je ademt.
6
Strottenhoofd
In het strottenhoofd bevinden zich de stembanden, deze zorgen ervoor dat we kunnen praten.
7
Luchtpijp
De luchtpijp is een holle buis die altijd openstaat. Dit komt door hoefijzervormige kraakbeenringen. De luchtpijp is vergelijkbaar met een stofzuigerslang, soepel en buizaam, maar niet makkelijk in te drukken. Achter de luchtpijp ligt de slokdarm.
8
Bronchiën
De bronchiën zijn de eerste twee vertakkingen van de luchtpijp, naar de linker- rechterlong. De bronchiën splitsen zich later weer verder in luchtpijptakjes. In de wanden van de luchtpijptakjes zitten geen kraakbeenringen maar spiertjes.
9
Middenrif
Het middenrif is een spier die tussen de borst- en buikholte ligt. Deze spier trekt lucht de longen in en stuwt het de longen uit. Dit doet hij dor aan te spannen en te ontspannen.
10
Slide 5 - Slide
Begrippen
Gaswisseling: Het uitwisselen van gassen tussen het organisme en de omgeving
Slijmvlies: Slijmvliezen zijn oppervlakten bekleedt met slijmproducerende cellen en trilharen
Slijmproducerende cellen: Deze cellen maken slijm aan, het is een plakkerig vocht.
Trilharen: Deze bewegende haartjes laten slijm naar de keelholte stromen.
Strotklepje: Deze klep sluit bij het slikken de luchtpijp af voor voedingsmiddelen
Huig: Deze sluit bij het slikken de neusholte af voor voedingsmiddelen
Longblaasjes: De longblaasjes zijn omringt door haarvaten, de gassen kunnen hier uitwisselen
Longhaarvaten: Het bloed in de haarvaten geeft CO2 af en neemt O2 op
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Samenstelling van lucht
Ingeademde lucht
Uitgeademde lucht
Stikstof
78%
78%
Zuurstof
21%
17%
Edelgassen
1%
1%
Koolstofdioxide
0,04%
4%
Waterdamp
Weinig
Veel
Temperatuur
Lager dan 32 °C
32 °C
Slide 8 - Slide
Opgaven maken
Maak opgaven 2 en 5 t/m 11
Schrijf de begrippenlijst bij de volgende begrippen: