Werken met bronnen

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Doe je boeken open zodat ik het huiswerk kan zien.
  • Log alvast in op jouw iPad

timer
3:00
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hey!
Goed dat je er bent!
Pak jouw spullen alvast:
  • Doe je boeken open zodat ik het huiswerk kan zien.
  • Log alvast in op jouw iPad

timer
3:00

Slide 1 - Slide

Werken met bronnen

Slide 2 - Slide

Planning
  • Huiswerkcheck
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Doelen checken

Slide 3 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van de les kan je:
 
  • Uitleggen wat betrouwbaarheid en representativiteit van een bron zijn.
  • Het verschil tussen geschreven en ongeschreven bronnen verklaren.
  • Herkennen wat een primaire en secundaire bron is.

Slide 4 - Slide

Wat zijn bronnen?

Objecten/voorwerpen dat rechtstreeks informatie geeft over het verleden (historische bron) en zelf dus ook uit het verleden komt. 

- GESCHREVEN en ONGESCHREVEN
- PRIMAIRE en SECUNDAIRE 

Slide 5 - Slide

Griekse vaas, ongeschreven
Dagboek van Anne Frank, geschreven
Voorbeelden van primaire bronnen

Slide 6 - Slide

PRIMAIRE BRONNEN

  • Gecreëerd zijn in het verleden door historische personen. 
  • Bedoeld of onbedoeld. 

SECUNDAIRE BRONNEN

  • Beschrijven het verleden.
  • Geven informatie over het verleden en worden gemaakt door onderzoekers of historici,  vaak door primaire bronnen te bestuderen. 

Slide 7 - Slide

primair
secundair

Slide 8 - Slide

Geschreven en ongeschreven bronnen

geschreven bron: een bron die schrifttekens bevat.
ongeschreven bron: een bron die geen schrifttekens bevat.

Slide 9 - Slide

geschreven
ongeschreven

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Stappenplan
Gebruik de volgende stappen altijd!

1) Schrijf op wat je ziet (objectief) 
2) De historische context bij het schilderij (om welke situatie in welke tijd gaat het?)
3) Interpretatie (wat is de boodschap?)
4) Wat is het doel van de maker? (informeren, activeren, overtuigen, amuseren)
 


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Betrouwbaarheid bronnen. 
Historische bronnen zijn nooit 100% betrouwbaar.
- wie heeft het gemaakt? 
- waarom is het gemaakt? 
- wat is er weg gelaten? 
- in welke tijd is het gemaakt?  
- is het een bron uit de tijd zelf?
- staan er vooral feiten of vooral meningen in de bron?
- Kun je de informatie in deze bron ook in andere bronnen vinden?

Slide 16 - Slide

Is de afbeelding en directe of een indirecte bron?
A
directe
B
indirecte

Slide 17 - Quiz

Is de afbeelding en directe of een indirecte bron?
A
Directe
B
indirect

Slide 18 - Quiz

Wat voor een bron is dit?
A
Directe bron
B
Indirecte bron

Slide 19 - Quiz

Welke 4 stappen doorloop je bij elke soort bron?

Slide 20 - Open question

Thema's voor de toets
  1. WO1 
  2. Interbellum
  3. WO2
  4. Propaganda

  5. Industrie
  6. Franse Revolutie

Slide 21 - Slide