This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Welkom bij de examentraining Aardrijkskunde!
Slide 1 - Slide
Lesplanning
Tips en Tricks voor het eindexamen
Waar wil je extra uitleg over hebben? Welke onderwerpen/begrippen vind je nog lastig?
Zelfstandig lessonup maken.
Examenvragen zelfstandig in examenkracht (zie magistermail daarin de link).
Slide 2 - Slide
Tips & Tricks voorbereiden voor het Centraal Eindexamen
Misschien zit DE gouden tip erbij voor jou!
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
Tip 1: Leer niet alles in 1x
Herhaling is goud.
Probeer per thema te leren!
Maak een planning
Slide 7 - Slide
Tip 2: Wissel lezen en kijken/luisteren af
Voor filmpjes met extra uitleg over de examenstof:
Kijk op de gedeelde lessen via lessonup
Slide 8 - Slide
Tip 3: Oefenen, oefenen, oefenen
Maak een oud aardrijkskunde examen (examenblad).
Maak (nog een keer) vragen uit je werkboek.
Slide 9 - Slide
Tip 4: Lees de vraag goed en sla geen vragen over!
Weet je het niet, gok!
Doordat je niks op opschrijft, mis je punten.
Doe wat de vraag van je verwacht.
Slide 10 - Slide
Tip 5: Schrijf op wat je weet en wees nauwkeurig en uitgebreid in je beantwoording
Gebruik de windrichtingen.
Gebruik de juiste landen/gebieden.
Slide 11 - Slide
Aan het werk
Wat: schrijf de moeilijke onderwerpen/begrippen op, waar je extra uitleg van wil. Ik deel een blaadje uit, waarop je dit kunt opschrijven. Ik neem het blaadje daarna in.
Doe het aub per onderwerp: Dus klimaat en weer , bevolking en water.
Hoe: zelfstandig in STILTE (Dat doe je namelijk bij het Centraal Examen ook 😉)
Klaar? Versterk je zelf en maak een planning. Wat moet je allemaal leren?
Tijd: timer (8 min.)
timer
8:00
Slide 12 - Slide
Pauze 5 min.
timer
5:00
Slide 13 - Slide
Wat wil je nog uitgelegd hebben?
Slide 14 - Mind map
Examentraining
uitleg filmpjes op Youtube
Oefenen met oude examen
Samengevat/ je boek en de lessonups.
Vragen en of extra uitleg nodig ga naar de docent.
Slide 15 - Slide
Log in Lessonup
Je beantwoordt de vragen in lessonup zelfstandig en in rust (immers het examen moet je ook zelfstandig doen)
Slide 16 - Slide
Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta
Slide 17 - Quiz
Wat is sedimentatie?
A
Het afzetten van materiaal door de rivier of zee
B
Het sneller stromen van de rivier in de bergen
C
Het ontstaan van een delta
D
Het afremmen van de rivier in de benedenloop
Slide 18 - Quiz
Welke soort vervuiling?
A
Organische vervuiling
B
Chemische vervuiling
C
Thermische vervuiling
Slide 19 - Quiz
Welke hoofdtaak van de waterschappen zie je op de foto?
A
zorgen voor goede waterkwantiteit
B
zorgen voor goede waterkwaliteit
C
zorgen voor goede waterkeringen
D
rivieren bevaarbaar houden
Slide 20 - Quiz
Sleep de woorden naar de goede plek in de tekening
Boezem
Binnenwater
Buitenwater
Slide 21 - Drag question
Sleep de oplossingen om de rivier de ruimte te geven op de juiste plaats
Dijkverhoging
Dijkverlegging
Nevengeul
Uiterwaardverlaging
Kribverlaging
Slide 22 - Drag question
Korte kringloop
Lange kringloop
Korte
Kringloop
Bovenloop
Benedenloop
Slide 23 - Drag question
Als water gaat bevriezen, welke vorm krijgt het dan?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast
D
Blijft gewoon water
Slide 24 - Quiz
Uit welke twee soorten water wordt in ons land drinkwater gemaakt?
A
rivier en
zeewater
B
grondwater en
zeewater
C
grondwater en
zout oppervlaktewater
D
grondwater en
zoet oppervlaktewater
Slide 25 - Quiz
Bekijk de bron. Wat voor soort water vind je bij de cijfers 1 tm 3?
A
1= zout water
2= zoet water
3= brak water
B
1 = zoet water
2= zout water
3= brak water
C
1= brak water
2= zoet water
3= zout water
D
1= zoet water
2= brak water
3= zout water
Slide 26 - Quiz
Winterdijk
Zomerdijk
Uiterwaard
Kribben
Komgronden
Oeverwal
Slide 27 - Drag question
Welke vorm van irrigatie zie je op de foto?
A
Beregening
B
Druppelirrigatie
C
Oppervlakte-irrigatie
D
Kanaalirrigatie
Slide 28 - Quiz
Wat zie je op de foto?
A
Aquifer
B
Wadi
C
Fatamorgana
D
Oase
Slide 29 - Quiz
Waar haalt Israel het zoete water niet vandaan?
A
Meer van Kinneret
B
Rivier de Jordaan
C
Aquifers
D
Dode Zee
Slide 30 - Quiz
Een aquifer is een duurzame waterbron..
A
Juist
B
Onjuist
Slide 31 - Quiz
In China is de hoeveelheid water ongelijk verdeeld, waar is een overschot aan water?
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen
Slide 32 - Quiz
De Huang He heeft heel veel vruchtbare grond in het Noord-Chinese Laagland neergelegd.
→ Wat is de belangrijkste oorzaak van die sterke sedimentatie?
A
Sterke bodemerosie in de bovenloop en een lage stroomsnelheid in de benedenloop.
B
Een sterke stroming in de bovenloop en een groot hoogteverschil in de benedenloop.
C
Veel neerslag in de bovenloop en weinig neerslag in de benedenloop.
D
Weinig water in de bovenloop en een brede rivier in de benedenloop.
Slide 33 - Quiz
Wat zien we hier?
A
Een zandeiland
B
Een polder
C
Relatieve zeespiegelstijging
D
De zandmotor
Slide 34 - Quiz
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Slide 35 - Drag question
Hoe noemen we dit water bij het vorige plaatje?
A
Grondwater
B
Oppervlaktewater
C
Cappilair water
D
Drinkwater
Slide 36 - Quiz
Zwart water is water van de douche, de wasmachine en de keuken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 37 - Quiz
Hoe komt de Gele Rivier aan zijn kleur?
A
Door de verffabriek die in de bovenloop staat
B
Door de lossgrond die de rivier in spoelt of waait
C
Door de chemische vervuiling van alle fabrieken
D
Door dat er veel water uit de rivier wordt gehaald voor irrigatie
Slide 38 - Quiz
In welk deel van China vindt veel geïrrigeerde landbouw plaats?
A
Oosten
B
Westen
C
Zuiden
D
Noorden
Slide 39 - Quiz
De plek waar een rivier uitkomt in zee heet de ...
A
Monding
B
Uitloopsel
C
Bovenloop
D
Rivierdelta
Slide 40 - Quiz
Waar of niet waar? Droogmakerijen heten zo omdat het meren waren die zijn drooggemaakt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 41 - Quiz
Het wegpompen van water uit polders heet ... ?
A
Pompen of verzuipen
B
Verpolderen
C
Kunstmatige afwatering
D
Kunstzinnige afwikkeling
Slide 42 - Quiz
Waar of niet waar? Reliëf is hoogteverschillen in een landschap
A
Waar
B
Niet waar
Slide 43 - Quiz
Waarom draagt ontbossing bij aan wateroverlast?
A
Bossen verdampen meer
B
Bossen houden water vast
C
Bossen verdampen minder
D
Bossen hebben niets te maken met wateroverlast
Slide 44 - Quiz
Wat is het verschil tussen een steppe en een woestijn?
A
In een woestijn groeit alleen maar gras, een steppe heeft ook bomen
B
In een steppe groeit nog gras, in een woestijn is het zelfs daar te droog voor
C
Er is geen verschil, het zijn allebei droge klimaten
D
Een woestijn is heter dan een steppe
Slide 45 - Quiz
Nu
Examen oefenen via examenkracht.
Ga naar je magistermail, kijk naar mail van mij, klik op de link.