poppap

POP/PAP
wat weten we al?
POP/PAP opstellen
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

POP/PAP
wat weten we al?
POP/PAP opstellen

Slide 1 - Slide

Wat weet je al van POP/PAP?

Slide 2 - Open question

POP/PAP
Persoonlijk OntwikkelingsPlan
- doelstelling
-leerdoelen

Persoonlijk ActiePlan
- hoe ga je dit leerdoel bereiken
- wat heb je nodig

Slide 3 - Slide

Wat zou voor jou een POP zijn?

Slide 4 - Open question

Wat zou voor jou een PAP zijn die bij jouw POP hoort?

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Kortom...
Leren, motiveren en reflecteren

Slide 7 - Slide

  • Duidelijk (voor iedereen) wat het resultaat moet zijn
  • Minder vrijblijvend
  • Je stelt een termijn
  • Meer kans dat je je doel behaald 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Wees positief
Ik.............  kan verklaren, benoemen ,begrijp ,pas toe, weet, heb inzicht in. 
(doe-meet- actie woorden)
Actie werkwoorden maken je doel specifiek en meetbaar

Slide 10 - Slide

Hulp vragen

Slide 11 - Slide

Voorbeeld
De student heeft binnen 1 week 1 BPV 
opdracht naar keuze af, volgens de normen van het feedbackformulier.

Slide 12 - Slide

Voorbeeld
Ik vraag deze week 3 maal feedback aan 
mijn werkbegeleidster op een door mijn 
vooraf aangegeven onderwerp.

Slide 13 - Slide

Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?


  • Je weet wat je moet doen/ gericht te werk
  • Je vergroot daarmee de kans dat je het doel behaald 
  • Je kan controleren of je het doel hebt behaald 
  • Zelfvertrouwen op te bouwen (ik kan het!)

Slide 14 - Slide

Specifiek
  • Voorkomen dat het doel vaag is.
  • Wat moet ik doen om dit doen te behalen?
  • Wat wil je bereiken?
  • Wie zijn erbij betrokken?
  • Waar ga je het doel uitvoeren?
  • Is het een concreet doel?
  • Waarom wil je dit doel bereiken? 

Slide 15 - Slide

Meetbaar 
Wanneer weet je of je je doel hebt bereikt? Je doel moet meetbaar zijn. Bij afvallen kun je kiezen voor aantal kilo’s. Bij sporten kun je kiezen voor het aantal sportsessies per week.

 

Slide 16 - Slide

Acceptabel
  • Sluit het doel aan bij de opdracht?
  • Je weet waarom je het doel wilt bereiken

Slide 17 - Slide

Realistisch 
  • Is het doel haalbaar?
  • Niet te moeilijk en niet te makkelijk

Slide 18 - Slide

Tijdgebonden
  • Wat is de periode dat het doel gerealiseerd moet zijn?
  • Wanneer ben je klaar?
  • Wanneer is het doel behaald? 


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

goed 
cijfer

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Ik wil een
8 of hoger!

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Elke dag
10 woordjes!

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Hoeveel tijd
gaat het kosten?

Slide 30 - Slide

5 dagen!!!!

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Moeder
vragen om
hulp 

Slide 34 - Slide